Toronzo Cannon & The Chicago Way
Banana Peel, Ruiselede - 18 maart 2024

In juni van vorig jaar wandelden we in Chicago's South Side, ter hoogte van de 43ste straat, op weg naar het huis waar Muddy Waters heeft gewoond. Plots ontwaarden we vanop enige afstand een fors postuur dat ons op een eenwieler tegemoet reed. Een mens met een helm op zijn kop is doorgaans niet van op grote afstand herkenbaar, maar het witte baardje liet er geen twijfel over bestaan. De herkenning was wederzijds, want enkele meters voor ons hield Toronzo Cannon halt – hij was het inderdaad – om ons hartelijk te begroeten. Er zijn uiteraard gemakkelijker manieren om Toronzo te ontmoeten en je hoeft ervoor heus niet naar de 43ste straat in Chicago. De man toert immers regelmatig in Europa en zijn optredens zijn telkens zeer genietbare en verrijkende ontmoetingen. Het was op 18 maart niet anders in de ondertussen gelauwerde Ruiseleedse bluestempel.

We gaan je zometeen ook iets over het optreden vertellen hoor, maar we willen nog kwijt dat we Toronzo, nadat we hem 's ochtends hadden zien eenwielen, ook 's avonds zagen in Rosa's Lounge. Hij kwam daar zijn jonge collega Stephen Hull aanmoedigen en zong enkele nummers als gast mee. Met zijn knielappen aan. Zijn helm had hij afgezet. Als we dit ook in bovenstaande inleiding hadden gepropt, dan was je misschien de pedalen kwijtgeraakt. En doet dit wel iets terzake? Wel ja, want Toronzo is een gerespecteerde figuur in de bluesscene van Chicago. Hij treedt er zelf niet zo heel vaak op in de clubs – enkel sporadisch in de best gereputeerde. Zijn label, Alligator Records, beschouwt de gewezen buschauffeur immers niet als een lokale artiest maar als een wereldartiest die toevallig in Chicago woont. Op Alligator verschijnt straks, op 7 juni om precies te zijn, een nieuwe cd en Toronzo kondigde aan dat hij ons, vooral in de eerste set, enkele nieuwe nummers eruit zou laten horen. 'I Can't Fix The World' was daar één van, de titelsong zelfs, een stomend funkbluesnummer met een bewogen maatschappelijke en sociale inhoud. Daar is Toronzo goed in. Hij schrijft zijn eigen songs en is een meester in het rijmen. "When she opens her mouth, you'll know she's from the south", zong hij in een lied over een lief uit Mississippi. Of beter, een ex-lief, want het lijkt erop dat Toronzo alleen maar exen heeft. Hij verbloemt dat geenszins, want gedurende de hele show verwees hij meermaals naar het feit dat hij onlangs is gescheiden. Steeds grappend, steeds met de nodige zelfrelativering. Guitig en virtuoos (vanwege de gitaarsolo) was ook het nummer 'Him', en je raadt het al, een song over een kwiebus die het met zijn vrouw deed. Van alle mannen ter wereld, toch niet dié! Dat meen je toch niet...

Het lijkt alsof Toronzo uit zijn persoonlijke miserie heel wat inspiratie voor nieuwe nummers heeft geput. En daarmee gaan verbetenheid en gedrevenheid gepaard. Zo was 'Something To Do Man' bijzonder krachtig en gevoelig tegelijk. Stomende Chicagoblues was het, maar de boodschap kwam wel binnen. "I thought I was your boyfriend, but you had always something to do for me. I was just your something to do man." Zich ervan bewust dat hij ons al meermaals met zijn liefdesperikelen had opgezadeld, kondigde Toronzo plots aan dat hij een liedje wou zingen over zijn schildpad die was overleden toen hij nog maar vier jaar oud was. Alleen was hij er nog niet toe gekomen om daarover een bluesnummer te schrijven. Hilariteit alom! Muzikaal viel er heel wat te beleven. Toronzo's solo's waren vinnig, maar nergens klonk het agressief. Hij pakte zijn noten loepzuiver, zonder enige distorsie. Wat een verademing. Toetsenman Adam Pryor – amper 25 – poneerde meermaals verbluffende solo's. Drummer Phillip Burgess mepte meedogenloos op zijn vellen en varieerde zoveel als maar mogelijk was. Wat een meesterlijke drummer! En bassist Brian Quinn, die we nog kennen van bij Mississippi Heat, paste perfect als counterpart in die o zo pompende en dragende ritmesectie. Het spelplezier droop ervan af. Deze jongens amuseerden zich duidelijk en ondersteunden hun leider op een trotse maar gedienstig functionele manier.

In de tweede set kregen we de Toronzo-klassiekers waarop we zaten te wachten, zoals het snoeiende 'John The Conqueror Root' en 'Walk It Off', je weet wel, het nummer waarin Toronzo aan het eind de pin uit zijn handgranaat trekt. Het verbaasde ons trouwens dat het publiek dit nummer uit volle borst meezong. Het siert Toronzo, dat een eigen nummer zich in het collectief geheugen van Europese bluesliefhebbers heeft genesteld. Als een artiest dát kan bereiken, wil dat wat zeggen. Dat kunnen alleen de allergrootsten. In het bisnummer stelde Toronzo ons gerust. Met opgeheven hoofd kijkt hij naar de toekomst. Voor de laatste keer refereerde hij naar zijn scheiding en met een attitude van kust-mijn-kloten zong hij overtuigend: "If you're woman enough to leave me, I'm man enough to see you go."

Toronzo Cannon is misschien niet meer zo piepjong – hij is 56 – maar laat zich wél gelden als één van de bluesartiesten die niet eeuwig voortborduurt op dezelfde klassiekers die platgetreden paden nog horizontaler maken. Zijn muziek is authentiek, maar fris en origineel. Het is dit soort artiesten die de toekomst van de blues veilig stelt. Banana Peel mocht een schitterende avond in de annalen optekenen (hebben wij dit juist gespeld?) en wij zijn blij Toronzo nog eens in vol ornaat, zonder helm en knielappen, aan het werk te hebben gezien.

Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      ©
Franky Bruneel