John Primer & Giles Robson
Banana Peel, Ruiselede - 15 januari 2024

Stel je eens voor. Het is half januari, je geeft een bluesmagazine uit en je hebt jouw lezers de nieuwe editie kort na nieuwjaar beloofd, je hebt met de drukker al praktische afspraken gemaakt en de planning vastgelegd maar je weet nu al dat je enkele nachten zult moeten 'doorsteken' om de lay-out binnen de gestelde timing af te krijgen. En net op dát moment speelt Chicagolegende John Primer op twintig kilometer van bij je vandaan. En Giles Robson – we zouden bijna zeggen 'een van Europa's beste harmonicaspelers' maar hij is een Brit – begeleidt hem. Wat doe je? Luisteren naar je verstand en ijverig doorwerken? Wat zeg je? Dat zoiets een haast onmenselijk tergend dilemma is? Bwa... niet echt. Helemaal niét eigenlijk. Wanneer de kans zich voordoet om de koning van de Chicago-lump aan het werk te zien, dan zeg je 'fuck die deadline' en dan ga je. Zo simpel is het!

Wablief? Hebben we weer een moeilijk woord gebruikt? Chicago-lump? Wel, om dát uit te leggen, moeten we terug naar 1983, toen John in dienst kwam bij Magic Slim & The Teardrops. Slim kon eindeloos soleren en in zijn solo's zaten geen bruggetjes. Hij bleef gewoon rechtdoor blueslicks spelen en hield dat minutenlang vol. Om zoiets boeiend te houden en het nog meer kracht en spanning bij te zetten, creëerden John en Nick Holt (Slims bas spelende broer) een volstrekt nieuw geluid. De ritmegitarist (John in casu) speelde een repetitief eenvoudig riffje waarbij hij de noten niet liet nazinderen – dat zou te rommelig klinken – maar de snaren ritmisch dempte met de rechterhand. De bassist zette daar een pulserend al even repetitief baslijntje onder en beiden hielden dat net zo lang vol als Slim soleerde, wat het geheel naar een climax leidde. De Chicago-lump werd bepalend voor hoe hedendaagse Chicagoblues is gaan klinken. Waar komt dan het woord 'lump' vandaan? Geen mens die het weet, maar Chicagobluesmannen en -vrouwen (vraag het maar aan Mary Lane) zijn dat woord beginnen gebruiken om uit te leggen welke specifieke sound ze bedoelen. Even proberen? Uitspreken op z'n Engels graag... 'Lump de lump de lump de lump de lump de lump de lump de lump...'  Ja?? Heb je'm? Snappie? Hoor je wat we bedoelen? Wel, dáár is John Primer dus de uitvinder van. Als je dát kunt vatten, dan snap je wellicht ook waarom wij 'fuck die deadline' hebben gezegd...

Of wij nu eindelijk ook nog iets over het optreden gaan vertellen, vraag je? Wel ja, zo meteen, we zijn er bijna. Voor de volledigheid geven we nog even mee dat de ritmesectie bestond uit de Franse tandem Pascal Delmas (drums) en Antoine Escalier (bas). Primer tourt geregeld met zijn eigen Real Deal Blues Band door Europa en in die hoedanigheid zien we hem ook jaarlijks in Chicago. Het kon dus niet anders of wij begonnen al van meetaf aan te vergelijken. John tastte instrumentaal af of hij alle neuzen in dezelfde richting kreeg. "Een trage shuffle in C" riep hij vervolgens. En daar kregen we het al. Dat zijn zo van die dingen waarin de drummer het verschil kan maken. Als hij tenminste inventief varieert op alle potten, pannen en schijven die hij bij heeft. We vroegen ons af waarom hier een volledig drumstel stond, maar dat is dan ook de enige vraag die we ons hebben gesteld. Voor de rest hebben we ons vanavond geamuseerd als een aap in een bananenwinkel. 'Early One Morning'! Hopla, daar was de lump en Antoine snapte het. Antoine snapte het helemaal. Met zo'n klasbak op bas zit je als frontman zo comfortabel als het maar kan! Met 'Luv Somebody' kregen we een song uit Johns recente cd 'Teardrops For Magic Slim', waarop hij als eerbetoon aan Slim uit diens repertoire put. De cd is trouwens voor een Grammy genomineerd. John Primer heeft ook drie jaar in de band van Muddy Waters gespeeld en herinnerde ons vanavond ook enkele keren aan dié periode. Het publiek schreeuwde luidkeels mee in 'Mannish Boy' en in deze klassieker kwam ook Giles Robson op harmonica zeer sterk uit de verf. Soms vinden wij – eerlijk is eerlijk – dat Steve Bell van de Real Deal Blues Band (en zoon van Carey) vrij druk speelt. Wij houden van muzikanten die het spelletje van 'tension & relief' begrijpen. En Robson beheerst dat volledig. "Ik ben een bluesman", zei John, "maar ik speel alle soorten muziek", waarop hij uit zijn cd 'Soul Of A Blues Man' de Tony Joe White-klassieker 'Rainy Night In Georgia' plukte. De eerste set eindigde met een verstrengelde medley van 'Got My Mojo Workin'' en 'Eyesight To The Blind' waarin Giles en John beurtelings zongen. Wat een feest!

Bij aanvang van de tweede set toonde John op een verrassende manier wie hier de baas was. We durven het ten zeerste te betwijfelen of iemand het überhaupt heeft opgemerkt, maar wij waren wakker. Wij hadden het in het snotje. John had een Muddy-achtig nummer ingezet. Eentje met veel slide. Plots keek hij naar Giles en van zodra er oogcontact tussen hen beide was, tuitte John zijn lippen. Dat was geen kusje van op afstand, maar een zeer subtiele wenk om Giles duidelijk te maken dat hij van 'tongue blocking' moest overschakelen naar de puckerstijl. Ja, we weten het. Het is weer ingewikkeld. Harmonicaspelers begrijpen ons en jij, lieve lezer(es) misschien niet. Maar we gaan dat hier nu niet uitleggen, anders dwalen we veel te ver af van wat we je nog over dit optreden willen zeggen. Blijf je toch op jouw honger zitten en wil je meer uitleg? Klik dan hier om ons een mailtje te sturen. In de titelsong van de cd 'Hard Times' ging bassist Antoine even freewheelen, maar wat hij deed, paste als een op maat gemaakte handschoen. In Muddy's 'Can't Be Satisfied' sprak Giles op harmonica foutloos de Chicagotaal. Zonder ook maar enig vreemd accent. En even later mocht hij de hoofdrol spelen in een geïmproviseerd lesje harmonicageschiedenis waarin hij ons over het stoomtreintje vertelde en dat ook kunstig demonstreerde. Dat gaf Primer de tijd om een gesprongen snaar te vervangen. De prachtige avond gleed voorbij en na een zekere Rita in het publiek te hebben verrast met 'Happy Birthday', begon het John te dagen dat hij deze tweede set naar een hoogtepunt moest voeren, want het was ondertussen kwart voor elf. Met 'I'm Ready' zwengelde hij het tempo aan om ons vervolgens murw te meppen met onvervalste bluefunk uit de cd 'Hard Times'. En ja hoor, naar het einde toe maakte hij ons nog maar eens duidelijk wie de absolute meester van de Chicago-lump is. Lump met een hoofdletter L trouwens! Potjandorie – eigenlijk willen we 'godverdomme' zeggen, maar dat hoort niet in een deftig artikel – potjandorie dus, niemand kan dat beter dan John Primer! 'You Gonna Stick Close... Together!' Alle toeschouwerskeeltjes piepten het braaf en gedwee mee, tot groot vermaak van John en zijn kompanen. Op 5 maart wordt John Primer er 79, maar tot dusver lijkt hij onverslijtbaar! Tot slot van dit prachtige concert speelde hij nog 'Got You On My Mind'. Wat vraag je? Of dat nummer van Clapton is? Bijlange niet! Het werd geschreven door Howard Biggs en Joe Thomas voor John Greer & The Rhythm Rockers die het in 1951 voor het eerst opnamen. Nog iets?

Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      ©
Franky Bruneel