(Ge)Varenwinkelfestival
Herselt, 25 en 26 augustus 2023


We zijn toe aan het laatste weekend van augustus en ergens geeft dat een speciaal gevoel. Mensen zijn teruggekeerd uit al dan niet exotische vakantieoorden en drijven nog op de positieve vibes van hun reiservaringen. Maar tegelijk wordt het koeler, de natuur ondergaat subtiele veranderingen en wie nog schoolgaande kinderen heeft, mag zich stilaan klaarmaken om ringmappen te kopen en boeken te kaften. De herfst staat voor de deur maar wij doen niet open. Nog heel even gaat de grendel er op. We ontsnappen nog twee dagen uit wat we als een lichte dualiteit ervaren en we duiken onder op het (Ge)Varenwinkelfestival in Herselt. Dit jaar beleeft dit sympathieke blues- en rootsfestival zijn 25ste editie. Let wel, wij hebben het woord 'roots' niet uitgevonden hé. En ook niet die van Varenwinkel. Net zoals 'americana' is 'roots' zelfs geen muziekgenre. Dat zijn marketingtermen die door de commerciële muziekindustrie zijn uitgevonden. Maar goed, misschien voeren we die discussie beter niet hier en niet nu. Laat ons even inzoomen op het festival...


Wat zegt u? Dat wij het woord 'roots' ook gebruiken? Zelfs in de naam van ons magazine en onze website? Ja natuurlijk. Dat deden we veertig jaar geleden al, toen Back To The Roots nog een radioprogramma was. Het zou nog een kwarteeuw duren vooraleer de muziekindustrie met de term 'roots' op de pinnen kwam. En voor ons heeft het een andere betekenis: de oorsprong, de origine, de wortels. Omdat de blues aan de basis ligt van alle hedendaagse muziekvormen, ook van de andere muziekgenres die op dit festival aan bod komen. In alles wat wij over muziek zeggen en schrijven, gaan wij terug naar de blues.

vrijdag 25 augustus

Het is halfzeven en David Ronaldo & The Dice trappen af in de grote tent. Hun meest recente album 'Tunes For A Dime' stond in de VS op één in de 'Roots Rock Album Top 50'. Lap! Daar hebben we het al. Deze Belgische band beweegt zich de laatste tijd ietwat in de bluesscene en staat straks zelfs in de finale van de Belgian Blues Challenge. Wat ze laten horen, is echter een mix van countryrock en southern rock. We ontwaren hier en daar enkele lichtelijke Lynyrd Skynyrd-invloeden. Petje af, want het zijn stuk voor stuk goede muzikanten – lapsteelgitarist Dirk Lekenne voorop, wat ons betreft – én ze laten kwaliteit horen. Dit is een zeer genietbare opener.

Het (Ge)Varenwinkelfestival heeft een tweede, kleinere tent. Die draagt draagt de naam 'rootstent'. Tijdens de podiumwissels op de 'main stage' vinden ook hier volwaardige sfeervolle optredens plaats. Om kwart voor acht treden Fred Klee & Southern Rumble er aan en op. Zo te zien, zijn er heel wat stamgasten van The Borderline zaliger vanuit het Diestse naar Varenwinkel afgezakt om er hun Fredje te zien optreden. Net zoals op Hookrock zijn we weer erg onder de indruk van de maturiteit waarmee Fred en zijn topband southern rock naar New Orleans transponeren. Eigenlijk doet Fred geen wilde dingen op het podium maar ook zonder het showbeest uit te hangen straalt hij muzikale dynamiek en autoriteit uit. En hij is een fantastische zanger! Onze favorietjes: 'Midnight Is Waitin'', 'Down At Rampart' – met een heerlijke second line, waarvoor dank aan drummer Arnout Hellofs (van Hooverphonic) – en zeer energieke versies van 'Love The One You're With' en 'Take Me To The River'.

De eerste streepjes blues – nou ja, het zijn eigenlijk moddervette lijnen – krijgen we in de grote tent van de 27-jarige Brooks Mason uit Georgia. Als artiest is hij in volle opmars onder de naam Eddie 9V (zie BTTR 118 – december 2021) en zijn energie overstijgt in hoge mate die van tien Duracell-konijnen samen. Geen seconde staat hij stil en fotografisch is hij haast niet te vangen. Het is zijn eerste Europese optreden. Enkele dagen geleden is hij getrouwd maar de op haar buik geschreven honeymoon kan mevrouw Mason pas op een later te bepalen datum uitgommen. Ocharme dat schaap. Een eigenzinnig baasje is Eddie altijd al geweest. Zijn schoolmaatjes hielden van rap maar hij overtuigde hen ervan dat Howlin' Wolf – zijn tijd vooruit – al lang zijn eigen rap had uitgevonden. Eddie's versie van Hop Wilsons 'My Baby Has A Black Cat Bone' is behoorlijk funkyfied en we vergapen ons aan zijn plectrumloze gitaarstijl waarin enkel duim en wijsvinger het tokkel- en plukwerk doen. Eddie 9V voert ons in zijn turbulente rollercoaster naar alle uithoeken van de blues. We horen pompend werk van Junior Parker en in een razendsnelle boogie in North Mississippi hill countrybluesstijl verwerkt hij meesterlijk flarden Lightnin' Hopkins. We vervelen ons geen seconde tijdens dit optreden en Eddie blijkbaar zelf ook niet. In zijn onbesuisdheid vergeet hij soms naar lucht te happen en sneuvelt er al eens een propere afwerking van een gitaarakkoord. Globaal bekeken is dit echter een zeer aangename kennismaking.

Het is twintig over tien en in de kleine tent zijn Jeffrey Halford & The Healers aan de beurt. Deze singer-songwriter, geboren in Dallas en getogen in Los Angeles, is een story teller. Als toeschouwer moet je echt meegaan in zijn verhalen wil je de aandacht bij de les houden. Ondanks Jeffrey's bijwijlen trefzekere gitaarwerk doet de muziek alleen dit niet. Halford doet ons ergens aan Elliott Murphy denken, maar is daar, vinden wij, een ietwat tammere versie van. De liefhebbers van dit genre – dit is nou wat de industrie 'americana' noemt – genieten er echter ten zeerste van.

Vandaag sluiten The Delta Saints af op het grote podium. Ze waren hier in 2011 en 2014 ook al, maar voor deze feesteditie hebben de organisatoren enkele hoogvliegers uit hun palmares geplukt en opnieuw geboekt. Nog voor aanvang van het optreden hebben een omvangrijke schare fans voor het podium plaatsgevat. We hebben hier ook al trouwe abonnees van ons magazine ontmoet, echte bluesliefhebbers dus, die ook hevige aanhangers zijn van deze rockband uit Nashville die zich liet inspireren door psychedelica en southern soul. Okay, er zijn ook raakvlakken met blues. Ze gebruiken af en toe blues-achtige akkoordprogressies en veel gitaarsolo's worden in de bluestoonladder gespeeld. Frontman Ben Ringel speelt op een resonatorgitaar en die vinden we ook vaak terug in een bluesinstrumentarium. The Delta Saints leggen emotionele diepgang in hun muziek en hun teksten komen vaak uit persoonlijke ervaringen, verhalen en emoties. Het is dus helemaal niet vreemd dat deze band zeer succesvol is bij het leeuwendeel van het publiek, mét inbegrip van veel bluesfans. Maar het blijft een snoeiharde rockband en we hopen dat u het ons niet kwalijk neemt dat we moeten toegeven dat ze ons niet echt raken. Die link met blues is er wel, maar wij voélen hem niet. Bij ons komt het niét binnen. Na een vijftal nummers vinden wij het fijn dat het publiek helemaal mee is en laten we hen feestelijk verder genieten.

zaterdag 26 augustus

Het is twee uur in de namiddag en we zijn op post in de kleine tent voor Chilly Willy, Loony Goony & The Free American Indian Hippy Blues Street Fruits. Dit Belgische mondvol ongeregeld bestaat drie decennia en een kwarteeuw geleden sloten ze het (Ge)Varenwinkelfestival af. Vandaag treden ze weer op in de originele bezetting. Chilly Willy is good time partyblues! Nog steeds hebben ze die pretentieloze joligheid maar muzikaal zijn ze gerijpt en dat geldt absoluut voor harmonicaspeler Gery Alaerts. Wat is die gegroeid zeg! Muzikaal wel te verstaan. Dit is genieten! Sonny Boy Williamson II lijkt een rode draad doorheen de set, met nummers als 'Checkin' Up On My Baby', 'Help Me', 'Eyesight To The Blind' en 'Don't Start Me To Talking'. Zanger Wim 'Den Huibbe' Huybrechts doet ons in zijn podiumact en in de manier waarop hij beweegt aan Kim Wilson denken. Hij voélt de blues op dezelfde manier aan als Kim, daar zijn we zeker van. Hij bewierookt drummer Walter Cuyvers, op zijn 83ste (!) wellicht de oudste nog actieve drummer in België. Walter geeft een solo van jewelste en het publiek schreeuwt het uit van appreciatief plezier. Aan het einde mag iedereen die dat wil op het podium komen meedansen en daar zijn echt wel veel gegadigden voor. Chilly Willy op (Ge)Varenwinkel, daar worden wij helemaal blij van, zie!

De eerste band op het hoofdpodium vandaag is Wilk. Bij het ruimere publiek zou eventueel een LED-steeklampje met G4-fitting kunnen gaan branden als we vertellen dat de rockgroep rond de Gentse zanger-gitarist Jorg D'hondt het in 2021 tot in de halve finale van Belgium Got Talent schopte. Daarna richtte hij zich vooral op de Belgische bluesscene. We zagen Wilk vorig jaar op Swing Wespelaar en vonden toen de mayonaise niet bijster goed pakken. Veel blues voelden we niet en de uitspraak van het Engels ontdoen van dat Oost-Vlaamse accent vonden wij een werkpunt. Vandaag verrast Jorg ons enigszins. In positieve zin dan nog wel. Zijn Engels is erop vooruitgegaan en we vinden een bluesy soort lichtvoetigheid in bijvoorbeeld het nummer 'Cesar', een ode aan zijn grootvader. Ook de blazers doen mooie dingen. Pure blues is deze muziek nog steeds niet, en wellicht ambieert Wilk dit ook niet, maar in een jaar tijd heeft hij wel al veel geleerd over hoe je een bluespubliek moet overtuigen.

Twintig na vier. Op het kleine podium zetten de Zeeuwse Juke Joints hun optreden in met een nummer op de trekzak. Dat leidt ons tot de bedenking dat zydeco, de creoolse accordeonvariant van de blues, best wel wat meer aan bod zou mogen komen op onze festivals. De ambi-bluesrock van de zingende drummer Peter Kempe, harmonicaspeler John 'Sonny Boy' van der Broek, bassist Derk Korpershoek en niet in het minst gitarist Michel Staat gaat erin als boterkoek. Met een dienststaat van vier decennia heeft de band een zeer trouwe aanhang gekweekt en dat merken we ook hier. Peter neemt zijn mandoline ter hand en nog voor hij een noot heeft gespeeld, beginnen enkele toeschouwers 'Going To My Hometown' (Rory Gallagher) te zingen. Gallagher was altijd al de grote held en het stichtend voorbeeld voor de Juke Joints en de formule werkt blijkbaar nog steeds. We zien de Joints zelf ook heel erg genieten van hun optreden. Het is eigenlijk bijzonder dat een band zo lang de tand des tijds doorstaat, terwijl de normen veranderen. Twintig jaar geleden noemde iedereen dit bluesrock. Vandaag heet dit partyblues...

Dé verrassing van het festival krijgen we vervolgens in de grote tent met Mike Farris uit Nashville, Tennessee. We kregen deze man – eerlijk is eerlijk – nooit eerder in ons vizier, ook al geniet zijn rockband Screamin' Cheetah Wheelies toch wel enige bekendheid. Al ruim twintig jaar treedt Farris ook onder eigen naam op. In die context richt hij zich meer op een mix van soul, gospel en blues. Met 'Salvation In Lights' won hij in 2007 zelfs een Grammy voor het beste traditionele gospelalbum. Vandaag doet hij maar één religieus geïnspireerd nummer. Voor de rest zet hij een denderende soul- en rhythm-and-bluesshow neer waarin hij stilistisch vele kanten uit gaat. We horen werk à la Bill Whiters maar evenzeer 'Ain't That Good News' van Sam Cooke in een vlammende sneltreinvaart. En wat een schitterende hoge soulstem heeft deze grote mijnheer! Halverwege de set zegt hij: "Nu ik hier toevallig een akoestische gitaar vasthou, kan ik net zo goed enkele nummers solo spelen." Even slaat de schrik ons om het hart. Nu gaat hij de sfeer toch niet uit zijn lekker lopende optreden halen door zijn band weg te sturen, zeker? De man weet verdomd goed waarmee hij bezig is. We krijgen een beklijvende 'John The Revelator' en daarna brengt hij met 'Little Tennessee Girl' een ode aan zijn vrouw die al dertig jaar lief en leed met hem deelt. Tegen het einde van het lied komt de band weer meedoen. Wat een prachtig moment is dat. Mike Farris heeft zich vandaag definitief genesteld in zowel ons geheugen als dat van een zeer enthousiast publiek.

Wat smaakt die Italiaanse croque (met parmaham, mozarella en veel basilicum) lekker zeg! En die Thaise loempiaatjes ook. Bedankt Varenwinkel, voor dit gevarieerde aanbod aan eetbaarheden. Innerlijk versterkt schuifelen we rond zeven uur naar de kleine tent waar de getalenteerde Nederlandse harmonicaspeler Big Pete met zijn Original Strikes de inmiddels bekende eerbetuiging aan wijlen Lester Butler ten gehore brengt. Diep in ons blueshart hadden we hem hier liever gezien met de herrezen Marc Thijs (met wie hij tegenwoordig vaak samenspeelt). Maar goed, als het over blues gaat, dan slaat de moddervette variant nu eenmaal beter aan bij het Varenwinkelpubliek. Toegegeven, het is wel leuk om Robert Johnsons 'Ramblin' On My Mind' in een bluesrockversie te horen. En gitarist Sjors Nederhof kaapt meermaals de publieksprijs weg met adembenemende solo's.

De volgende twee acts staan zeer ver van de blues af, maar een mix aan stijlen hoort nu eenmaal bij de geplogenheden van dit festival. Uit California komt de southern rockband Robert Jon & The Wreck. Wanneer wij southern rock willen horen, en ja, dat willen we soms ook, dan zetten we Lynyrd Skynyrd op. Alleen het beste is goed genoeg, vinden wij. Begrijp ons niet verkeerd, deze jongens zijn ongelooflijk goed in wat ze doen – dikke pluim voor gitarist Henry Schneekluth – maar ons ding is het niet helemaal. Toch gebiedt de eerlijkheid ons te rapporteren – en nu weet u wat er gaat komen – dat het publiek hier absoluut veel hapklare brokken van lust. Om twintig voor tien begint het laatste optreden in de kleine tent. Met Baskery krijgen we drie Zweedse zussen. Dat is gemakkelijk; we moeten de alliteratie eens niet zelf bedenken. Ze beginnen met een streepje hillybillygetinte geitenwollensokkenmuziek en af en toe kan dit zeer gezellig uitpakken. Maar al snel gaan ze freewheelen en in het monotone van hun set raken ze ons jammer genoeg kwijt.

We waren er in 2012 ook al bij toen headliner Ronnie Baker Brooks hier de grote tent in de fik stak. We interviewden hem toen en in BTTR 85 prijkte hij samen met Shemekia Copeland op de cover van ons blad. We zagen hem nadien nog verschillende keren in zijn thuishaven Chicago, maar op deze jubileumeditie van het (Ge)Varenwinkelfestival is hij de allereerste artiest ooit die exclusief voor dit festival wordt overgevlogen. Dat alleen al wil wat zeggen! Met 'The Blues Will Never Die' maakt hij meteen een statement van jewelste. Het publiek eet uit zijn hand. We onthouden ook het krachtige 'Married' en een innemende ballade waarbij het melancholische schuim uit talrijke opengevallen bekken gulpt. In 2018 werkte deze zoon van blueslegende Lonnie Brooks mee aan het album 'Chicago Plays The Stones' en Ronnie brengt een ijzersterke versie van 'Satisfaction', zijn selectie voor die plaat. Jammie! Daarna gaat hij funky in 'Feel Like Breaking Up Somebody's Home' dat hij naadloos versmelt met 'I Just Want To Make Love To You'. Hier is een ras-entertainer aan het werk! Ronnie laat ons zien dat hij zoveel meer is dan 'de zoon van'. Hij is één van de jonge blueswolven die in staat is om het genre een nieuwe impuls te geven en er een volgende generatie fans voor te winnen. Een waar bluesfestijn aan het eind van deze maratonfestivaldag is een bijzonder welgekomen hoogtepunt.

Ondertussen zijn we middernacht voorbij en onze eigenste Boogie Beasts zijn zich in de kleine tent duchtig aan het voorbereiden om in een after party wie nog een sikkepit energie over heeft in trance te brengen. In gedachten zijn wij al bij het uitgebreide ontbijtbuffet van Hotel Vivaldi in Westerlo. En we hopen dat de poetsvrouw ons niet als deze ochtend om acht uur komt wekken met de mededeling dat ze de kamer komt schoonmaken. Haar poging om ons met een schuldgevoel op te zadelen omdat we om acht uur nog in onze zweetbak liggen te rotten is mislukt, maar toch... Geen twee keer! Straks gaat het hangertje met opschrift 'niet storen aub' op de deurklink. Langs de buitenkant, wel te verstaan...

Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      ©
Franky Bruneel