Sister Suzie
Banana Peel, Ruiselede - 4 december 2023

"Het is een Schotse of een Ierse", zei de vriendelijke man rechts naast ons. In haar met humor doorspekte bindteksten slikt ze de g's in en opeenvolgende korte woordjes kleeft ze aaneen, het had dus gekund. Een slechte gok was het niet, want Susan Simms komt oorspronkelijk uit Alnwick, in Northumberland, en dat ligt pakweg honderd kilometer schuin onder Edinburgh. Hoeveel mijl dat precies is, moet u er zelf maar eens op narekenen. We zijn hier niet voor een les wiskunde. Na haar studies toegepaste sociale wetenschappen aan de universiteit van Brighton in Hastings is ze blijven plakken aan dit gezellige zuidoostelijke badplaatsje in het graafschap East Sussex. Susan is ook mede-oprichtster en drijvende kracht achter Frock Up Friday, een vereniging die mensen aanmoedigt om zichzelf te zijn – en dat in een gekke kledingstijl te laten zien – maar tegelijk open te staan voor overdracht van kennis en respect voor anderen. Duizenden volgers hebben ze. Verder gaan we daar niet over uitweiden, want Susan was hier uiteraard – verkleed als kerstboom – als Sister Suzie, de dekselse rhythm-and-bluesshouter die ons deze zomer op Hookrock betoverde en die we dus graag nog eens wilden terugzien.

Na een instrumentale intro knalde Suzie er meteen in met 'Shame Shame Shame' waarvoor ze inspiratie vond bij Smiley Lewis. Daarna ging het richting 1958 met 'Teardrops On My Pillow' van Sylvester Bradford en Al Lewis maar voor het eerst opgenomen door Little Anthony & The Imperials. Je moet je, geachte lezer, geen zorgen beginnen maken. We zijn hier niet vertrokken voor een belerend rondje originals uitrafelen. We willen je enkel met een paar voorbeelden de context diets maken waaruit Suzie haar covers plukt, naast een aantal eigen songs die in hetzelfde idioom gedijen. 'Teardrops On My Pillow' was oorspronkelijk een doowop-nummer maar Suzie bracht het hier in een eigenzinnige mix van blues en rumba (knap werk van drummer Bernd Coene trouwens). Saxofonist Thomas Van Gelder ontsnapte hierbij niet aan onze kritische waarneming. Hij vulde lukraak wel wat gaten maar de ingewikkelde bruggetjes in het nummer stak hij niet echt over. Dat kon de pret niet deren, want met haar zeer expressieve guitige gimmicks hield Suzie het enthousiaste publiek – de hele show lang trouwens – in een ademloze wurggreep. Vervolgens bracht ze een pakkende ode aan Irma Thomas, één van haar favoriete zangeressen, in de nummers 'Cry On', 'You Can Have My Husband (but please don't mess with my man) en het sassy 'Hip Shakin' Mama'. Ons testosterongehalte kreeg rake klappen in Suzie's lijflied 'Just Another Waste Of My Time' ("Why do you treat me so nice and when we lay in bed at night, you leave me to my own device..."). Dat geeft het woord 'lijflied' een nieuwe dimensie, is het niet? Daarna voerde Suzie ons terug naar lang vervlogen tijden met 'Knock Knock', de klassieker die Carol Fran samen met Jerry West schreef en waarmee ze zich in 1959 de bekendheid inzong toen ze het voor Excello Records opnam. Met een eigendraaiversie van 'Hound Dog' – door Jerry Leiber en Mike Stoller in 1952 geschreven voor Big Mama Thornton – kondigde Suzie een korte pauze aan.

De band zette de tweede set in zonder Suzie maar met Ilja in de hoofdrol, waarna de guitige zotte doos van in de coulissen 'I Smell A Rat' inzette – ook weer een nummer dat Leiber en Stoller voor Big Mama Thornton schreven. Suzie kronkelde zich doorheen het publiek een weg naar het podium en weer pakte ze met die innemende lach elkeen van meet af aan in. Dat mens straalt simpelweg energie en positivisme uit! 'Sloppy Drunk', geschreven door Lucille Bogan maar eerst opgenomen door Leroy Carr (1930), ontaardde in een stevige rocker. Suzie liet tot in de perfectie horen waar de piepende kreetjes thuishoren die rock-'n-rollzangeres doorgaans te pas en meestal te onpas plachten te slaken. Niet voor niets gaat het nummer over drank en seks. Een ode aan Memphis Minnie volgde en Suzie deed niet de minste moeite om de dubbele bodem van 'Bumble Bee' te verhullen. "Na 500 jaar te zijn verkracht, konden vrouwen eindelijk kiezen met wie ze het bed indoken", vertelde ze. En dan begrijp je uiteraard de euforie wanneer Bumble Bee's stinger as long as her right arm blijkt te zijn. Vreemd genoeg is Memphis Minnie niet overleden aan de gevolgen van verschrompelde nieren... Na 'Dirty Mother For You' volgde nog een leutig lied over een pooier en een trage waarin Matt Jackson schitterend soleerde. Suzie zette daarna een grote bek op, maar ze had het publiek volledig op haar hand zodat ze er moeiteloos mee wegkwam. "Ik ga een nummer van Rosco Gordon doen, maar mijn versie is beter", declameerde ze, waarop het publiek breedbeks meebrulde met 'Cheese And Crackers' (Sun Records, 1956). We hebben Rosco Gordon trouwens ooit live gezien op de Blues Estafette in Utrecht (1994) maar zijn overtuigingskracht was toen bijlange niet meer wat het ooit was geweest en zeker niet wat Suzie ons hier liet zien. Jammer genoeg tikte dit optreden tegen het einde aan – damn, net nu saxofonist Thomas zich comfortabel in het gezelschap begon te nestelen. Suzie gooide er nog een jeugdig stukje ska tegenaan en trok in de toegift 'Hi Ho Silver' vanop de basversterker voor de laatste keer alle publiekskeeltjes rekkewijd open.

Geen mens die heeft gereageerd op onze vraag bij het vorige concertverslag of 'annalen' met twee n-en in het midden juist was gespeld. Doet er niet toe. In elk geval boekstaven we dit optreden er zonder de minste twijfel weer in. Zowel in die van Banana Peel als in de onze!

Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
  
     
foto's:
      ©
Franky Bruneel