Swing Wespelaar
Dorpsplein, Wespelaar - 19, 20 en 21 augustus 2022

Kijk, het doet ons ongelooflijk veel deugd wanneer festivalprogrammeurs signalen oppikken die we in ons tijdschrift ventileren. Wanneer we weer eens nieuwe namen hebben ontdekt die best wel een plaatsje op onze podia zouden verdienen, of wanneer we stellen dat er nog steeds jonge bluesmusici zijn die er hun eigen draai aan geven zonder het respect voor de traditie te verliezen. Met Aki Kumar, Ivy Ford en Ben Levin op de affiche van Swing Wespelaar waren we al diep gelukkig maar het volledige programma van deze editie maakte andermaal duidelijk dat Wespelaar in ons land toonaangevend is wanneer de norm voor een 'bluesfestival' wordt bepaald. Behalve enkele luttele zijsprongetjes richting 'roots' (wat is dat eigenlijk?) was Wespelaar 2022 een staalkaart van de blues in de zo breed mogelijke stilistische interpretatie. Niet een makkelijke grootste gemene deler voor de modale bluesfan, maar een programma dat door zijn verscheidenheid werkelijk voor elk wat wils te bieden had. En bovendien kregen we deze bonte mix van zowel jong talent als de absolute wereldtop volledig gratis onder een stulp en op een verwarmd bord geserveerd. Zelfs na ons vijf keer in de linkerwang te hebben geknepen, konden we niet anders dan vaststellen: ja, dit is écht!

Vrijdag 19 augustus

Het is inmiddels drie jaar geleden dat Swing Wespelaar op volle capaciteit kon plaatsvinden. We hebben ernaar uitgekeken en wilden deze editie keihard vanaf de eerste minuut meemaken, ook al beloofde de donkergrijze hemel niet veel goeds. De buienradar verzekerde ons dat er uit die hemel kattenjongen zouden vallen en toch waren wij stipt om 19 u. op post om Wilk invulling te laten geven aan onze prangende nieuwsgierigheid. We hadden frontman Jorg D'hondt vorig jaar op YouTube immers de nummertjes 'Don't You Worry Mama' en 'Yes' zien vertolken tijdens de wedstrijd Belgium's Got Talent. Het eerste klonk zelfs vrij bluesy. En net zo stipt als wij op post waren, besteeg de ruige karakterkop het podium. Op de rand van zijn hoed kleefden een beestenkop, een opgerolde 'ace of spades' in een kogelhuls en een halve gallon slangenbloed. En het leek wel alsof hij ons met zijn doortastende blik duidelijk wou maken dat deze Crocodile Dundee uit de Gentse rimboe voor geen kleintje vervaard was. In de band herkenden we toetsenman Jan Borré en onze nationale drumtrots Natan Goessens en dat verraste ons aangenaam. Jorg bevestigde wat wij al wisten, namelijk dat hij een degelijke stem heeft en bijzonder aardig gitaar speelt. Stilistisch – en dat wisten we eigenlijk ook al – is hij niet voor één gat te vangen. Wilk speelde hoofdzakelijk rock maar raakte af en toe de gevoelige snaar. Was het niet vanwege een zeldzaam bluesakkoord, dan was het omdat hij zong over dingen en mensen die hem na aan het hart liggen en omdat hij zijn toehoorders toch wel wat wijs- en waarheden wou meegeven. Volgens ons zou deze act eventueel internationaal kunnen doorbreken, maar dan moet Jorg wel eerst die Gentse tongval uit zijn Engels zien te krijgen...

Die internationale doorbraak is er ondertussen wél voor de Nederlandse band Harlem Lake, die om 20.45 u. het podium besteeg ter vervanging van The Atomic 44's die omwille van economische redenen – zoals dat heet – hun Europese tournee hadden geannuleerd. Ondertussen vielen ook de beloofde kattenjongen met bakken uit de lucht. Harlem Lake (ze komen uit Haarlemmermeer, heeft u 'm?) won begin mei in het Zweedse Malmö de European Blues Challenge en sindsdien gaat het ontzettend hard voor de band waarin toetsenman Dave Warmerdam en gitarist Sonny Ray van den Berg de instrumentale plak zwaaien. Opnieuw kregen we hun jeugdige muzikale visie (het zijn allen prille twintigers) op de muziek die een mix is van blues, jazz, pop en funk. En opnieuw verbaasde zangeres Janne Timmer ons met haar inlevingsvermogen. Ze schitterde bijvoorbeeld in 'Whiskey Drinking Woman', geruggesteund door de band die net zoals op de Southern Bluesnight in Heerlen aantrad in de XXL-versie, zijnde aangevuld met een voortreffelijke blazerssectie.

Walter Trout sloot de eerste festivaldag af en ondertussen bleken de kattenjongen getemd. De 71-jarige bluesrocker uit New Jersey, ooit lid van John Mayalls Bluesbreakers, vierde vanavond de release van 'Ride', zijn dertigste album. Walter Trout is Walter Trout en we moeten eerlijk bekennen dat dit niet helemaal ons kopje thee is. Maar Walter had een hoop fans naar Wespelaar gelokt, én bleek in goede doen. Hij overleefde een levertransplantatie. Dat weten we uit goede bron, want hij blijft het zelf steeds maar herhalen. Hier in Wespelaar was hij goedgeluimd, beweeglijk en energiek. We ontwaarden voor het eerst vanavond nummers in een drie akkoorden- en twaalfmatenschema. Begrijp ons niet verkeerd, dat moét niet per sé, maar de link met blues was wél duidelijk. 'Notenneukerij' is misschien een te beladen woord, voor Trout zelfs een pejoratief, want binnen het segment van de harde bluesrock is Trout wel authentiek. Ook vanavond weer. We gunden het zijn fans van ganser harte maar na een zestal songs zagen we dat het goed was...

Zaterdag 20 augustus

13.30 u. Met de Nederlandse Gumbo Kings stond meteen een band op het podium waarvan we bij de eerste noten al wisten dat we de volledige set wilden uitzitten. Het weer zat mee en na een uitgebreide terreinverkenning vonden we zelfs een schaduwrijk plekje dat onze aandacht voor het retro-gestileerde gumbostoofpotje van blues, rock-'n-roll en countryrock onverdeeld hield. Net zoals in Ospel vielen we onvoorwaardelijk voor het muzikale gewicht van de meesterlijke bassist Jonne Vennemans. En weer etaleerde zanger-harmonicaspeler Boy Vielvoye de sound én de attitude van een waardige frontman. Dat orgel, harmonica en bass bijwijlen unisono gingen, vonden we vrij origineel. We onthielden vooral het nummer 'Tired Of Your Love', een pakkende ballade met een glansrol voor de de Hammondspeler. Dat was een ééntegeldanser die gelijk een soort melancholische tristesse uitstraalde. Wanneer je bij muziek dingen voélt, dan is het okay!

De Franse Jessie Lee & The Alchemists brachten een vrijwel identieke bluesrockshow als amper twee maanden geleden op Hookrock. Ook hier stonden bij de winnaars van de France Blues Challenge 2019 de gitaristische capriolen van Alexis Didier en de toch wel vrij degelijke zang van Jessie Lee Houllier centraal. De combi van eigen werk en eigenzinnige interpretaties van klassiekers deed het ook hier niet slecht. We onthielden vooral een funky groovy versie van Robert Johnsons 'Come On In My Kitchen' waarvoor we haast het woord 'eigentijds' zouden bovenhalen. Maar dat is relatief, want zo eigentijds is de seventies-benadering à la Janis Joplin niet. Wat Larkin Poe met het nummer doet, is nog straffer en het origineel uit 1936 heeft iets tijdloos en onsterfelijk. De versie van Jessie Lee zal vervellen en veel meer dan een verdienstelijke cover zal het nooit worden. Niettemin willen we nog aanhalen dat het niveau van haar show in Wespelaar constant bleef en deze keer halverwege niet ging afzwakken.

Met Aki Kumar kregen we één van de betere harmonicaspelers van de nieuwe generatie te horen. Zijn roots liggen in Bombay (India) maar sinds jaar en dag woont hij in San José, California. We leerden hem een eeuwigheid geleden kennen tijdens een jamsessie in een kroeg op Chicago's South Side. Die avond, en ook nu weer, hoorden we zowel Junior Wells, Rod Piazza als Little Walter doorschemeren. "Vind je dat een nadeel?" vroeg een omstaander nadat we dit hadden geantwoord toen hij onze mening vroeg. Nee, natuurlijk niet. Iemand die de groten van de harmonica zo dicht benadert, kan verdorie harmonica spelen en tegenwoordig is dit een zeldzaam ras geworden! Het Finse Tomi Leino Trio begeleidde Aki voortreffelijk maar de klankman vond bas en kickdrum de belangrijkste instrumenten en dat was jammer. Aki heeft enkele 'Bollywood-cd's' uit en zong ook hier enkele nummers in het Hindi. Die bleven pal overeind omdat de sound en feel nog steeds de pure blues uitstraalden. Aki Kumar gaf hier een ijzersterk optreden, alleen had een gedeelte van het publiek dit precies niet in de smiezen.

In februari 2020 prijkte Ivy Ford op de cover van BTTR 112. Toen was ze hier nog totaal onbekend maar na haar te hebben ontdekt als opkomend talent in Chicago, waren we er zeker van dat ze ook op de Europese podia potten zou breken. We hebben ruim twee jaar geduld moeten oefenen maar hier in Wespelaar heeft Ivy de bom wel degelijk laten ontploffen. Het koket in retrostijl uitgedoste Chicago Blues Kitten speelde meesterlijk het spel van spanning opbouwen en weer loslaten, gitaar achter de rug, even al spelend plat op de grond en ga zo maar door. Ze zette een typetje neer, ja, maar haar zang en gitaarspel waren van een constant hoog niveau. Ook in haar songkeuze was Ivy steengoed. De kippenvelslow 'Whiskey Love' balanceerde op het randje van de classic blues en heel even voelde het aan alsof we naar Bessie Smith luisterden. Ivy's ritmische lijflied 'Let It Shine' en de bis 'Mojo Working' werden luidkeels meegezongen door het uitzinnige publiek. Nu hebben wij Ivy al vaker en met verschillende bezettingen gezien in haar thuisbasis, dus kunnen we vergelijken. Het moet gezegd dat haar Franse begeleiders uitstekend werk hebben geleverd en voor niemand moeten onderdoen. Daarom noemen we ze graag bij naam: drummer Denis Agenet, toetsenman Jean-Patrick Cosset en contrabassist Abdell B. Bop. Miss Ford heeft haar entree in België zeer zeker niet gemist. Zonder ook maar de minste twijfel was dit één van de optredens op Swing Wespelaar 2022 dat het langst en zelfs onuitwisbaar in het collectieve geheugen zal worden gegrift.

De Braziliaanse Artur Menezes is in sommige kringen een geprezen gitarist. De promo-peptalk zwaait met begrippen als de Gibson/Albert King-award voor beste gitarist (2018), een derde plaats op de International Blues Challenge (2018) en een optreden op het prestigieuze Crossroads Guitar Festival van Eric Clapton (2019) maar met zijn snoeiende en vlakke bluesrockset kreeg hij ons wagon wheel helaas niet rond. De eerlijkheid gebiedt ons echter te zeggen dat een gedeelte van het publiek hem wél kon smaken.

Geef ons dan maar de humor van de 88-jarige Bobby Rush. Recensenten zwaaien vaak te pas maar meestal te onpas met het woord 'legendarisch' maar in het geval van deze man uit Louisiana is dergelijk woordgebruik absoluut gerechtvaardigd. Hij is al ruim 70 jaar professioneel met muziek bezig. Hij scherpte zijn vaardigheden aan in de Windy City maar is sinds de late jaren '70 hét boegbeeld van de blues in het chitlin' circuit (zwarte nachtclubs, restaurants en rudimentaire juke-joints) van Jackson, Mississippi. "You get the blues when your woman leaves you, right?" vroeg hij het aan zijn lippen gekluisterde publiek. "Well, I can tell you that you get the blues too when they stay to long", grapte hij terwijl hij al rappend achter de dikke schuddekont van danseres Mizz Lowe aan waggelde. Met een blik van 'ik kan het toch ook niet helpen' bracht het dametje er vocaal helemaal niets van terecht en dat vond Rush best wel grappig. Het maakte allemaal deel uit van een goed uitgekiend entertainment en hij weet best wel waarom hij dit soort mensen inhuurt. De band speelde retestrak en muzikaal klopte het allemaal. Een speciale vermelding gaat uit naar Hammondspeler Edwin Risbourg die de organisatie had getipt als invaller. Neen, Bobby's eigen toetsenman was niet ziek, maar wel de bassist en het was Bobby's vaste toetsenman die nu bas speelde. "I like what you do", zei Bobby al in het eerste nummer tegen Edwin. En in het tweede nummer leunde hij tegen het orgel aan met de woorden "You know what you do." Met Bobby Rush heeft Wespelaar een hele grote aan het toch al wel indrukwekkende palmares toegevoegd!

Inmiddels werd het 23 u. en tijd voor deel twee in de novelle 'Het Grote Toeval'. Deel één speelde zich af toen we op basis van haar schitterende vierde album 'Heart On The Line' besloten om zangeres-saxofoniste Vanessa Collier, uit Dallas, Texas in nummer 119 van ons blad eens voluit voor het voetlicht te werpen. We hadden onze interviewvragen nog maar pas naar Vanessa gestuurd toen Swingprogrammeur Kris ons meldde dat Vanessa dit jaar in Wespelaar zou staan. Nu dus deel twee, het optreden zelf. Met acht Blues Music Award-nominaties op zak (waarvan ze er drie won, waaronder dit jaar nog die voor beste hedendaagse vrouwelijke bluesartiest) kan het niet anders of deze meid heeft heel wat bagage. Toch hoopten we dat ze na de bombastische show van Bobby Rush niet te 'licht' zou uitvallen. Al snel werd duidelijk dat we ons nergens zorgen om hoefden te maken. Vanessa's eigentijdse mix van blues, funk en soul ging erin als zoetekoek. Ze zong en speelde alsof haar leven ervan afhing en het publiek at uit haar hand. Enkele powervolle duels tussen de dampend saxende schoonheid en de jazzgeschoolde gitarist Chris Vitarello brachten het optreden geregeld naar het kookpunt. We onthielden vooral Vanessa's inmiddels bekende knappe versie van 'I Can't Stand The Rain', het titelnummer van haar recentste cd én de manier waarop ze vertederend openhartig met haar toehoorders communiceerde. Er was geen afstand; artiest en publiek waren één. Wat een schitterende festivaldag om af te vinken...

Zondag 21 augustus

"If you don't like rock and roll, you have a hole in your soul", kirde de Brusselse Ghalia 'Volt' Vauthier bij aanvang van haar set en daarmee opende ze de derde dag van Swing Wespelaar meteen in derde versnelling. Ze koos daarvoor enkele fraaie zelfgepende songs uit haar cd 'Mississippi Blend' (Ruf Records). Meteen werd duidelijk hoezeer Ghalia (zie BTTR 112) is gegroeid, vooral als zangeres. Ze heeft een geweldig stembereik ontwikkeld en haalt moeiteloos de hoge noten zonder daarvoor te hoeven schreeuwen. En haar uitspraak van het Engels is zowel in haar zang als tijdens haar bindteksten perfect geworden, iets wat weinig andere Franstaligen haar nadoen! U moet weten dat Ghalia al enkele jaren ons landje heeft verlaten en tegenwoordig in New Orleans woont. Ze scoort in Amerika, na er jaren voor te hebben geknokt, bijzonder goed als 'one woman band' maar ze heeft ook haar eigen band waarin bassist Dean Zucherro (bekend van o.a. Johnny Mastro & Mama's Boys) haar voornaamste ruggensteun is. Ook hier in Wespelaar trouwens. Ghalia scoorde wonderwel met haar mix van blues en neo-rock-'n-roll en eerde ook de pioniers, zoals bijvoorbeeld in een overtuigende versie van Mississippi Fred McDowells 'You Gotta Move'. Ghalia Volt was een pracht van een opener en is een madam waar we als Belgjes heel erg trots op mogen zijn.

De Franse Lowland Brothers traden vervolgens aan en op als vervangers voor Buffalo Nichols die zijn Europese tour had geannuleerd. Net zoals op Moulin Blues liet het vijftal onder leiding van zanger-gitarist Nico Duportal ons genieten van hun harmonische samenzang en instrumentale beheersing in een mix van genres die doorgaans niet zo makkelijk te verenigen zijn. Of vindt u misschien dat de combine van soul en country een voor de hand liggend gegeven is? Bij de Lowland Brothers lijkt dat wel de evidentie zelve, maar weet dat hun sound het resultaat is van hard werken en een uitgekiende zoektocht naar wat hun niet geringe muzikale competenties cumuleert. Gelukkig kon het Wespelaarse publiek zich openstellen voor deze kwalitatieve en beheerste band zodat het sfeertje in alle sereniteit oversloeg.

Pianoblues – zo zou u weleens kunnen bevroeden – is nu niet meteen festivalmuziek. De 22-jarige Ben Levin (zie BTTR 112) heeft al komend, ziend en overwinnend meedogenloos komaf gemaakt met deze kromme stelling. Swing Wespelaar is nu eenmaal een dwarsdoorsnede van wat er zich in de blues afspeelt en een dergelijke act programmeren getuigt van veel moed en doorzicht. Ben bracht zelfgeschreven songs in de 'double ententre-traditie'. "I'm your essential worker", zong hij, en voegde daar zelfs zonder blos op de wangen fijntjes aan toe: "I'm pluggin' in whenever you want." Wou je als toeschouwer mee zijn in het verhaal, dan moést je wel luisteren. Maar de teugels even vieren kon net zo goed met enkele supersonische boogiewoogies en het bij pianoblues haast obligate bezoek aan New Orleans in Professor Longhairs 'Mardi Gras'. Ben Levin, hoe jong hij ook is, toonde zich een beoefenaar en zanger met een grote maturiteit. Een speciale vermelding gaat ook uit naar de Franse gitarist Anthony Stelmaszack die onverwacht maar bescheiden en functioneel de rol inkleurde van Aron Levin, Bens pa, die sinds een levensbedreigende coronabesmetting voorlopig nog niet kan optreden. Ben Levin op Wespelaar... alweer een ijzersterke set!

In de pauze – het was ondertussen tijd geworden om de Aspiranten van Chiro Wespelaar te steunen middels de aankoop van twee van hun lekkere hamburgers – struinden we ook even voorbij de 'jamstage' in de merchandisetent. In het redactionele voorwoord van BTTR 119 schreven we al over de 13-jarige Luca Holkenborg die tijdens de Southern Bluesnight in Heerlen het podium opklom om mee te spelen met John Primer. Wel, nu stond hij hier iedereen te verbluffen terwijl Ghalia al vuurspuwend, zo leek het wel, 'A Whole Lotta Shakin' Goin' On' zong en daarbij bovenop een speakertoren klom. Lekker vet, zeg!

Ook altijd leuk op bluesfestivals is wanneer er zo een voluptueuze dame haar strot opentrekt en daar magische klanken uit verspreidt. Met de volgende act waren we 'in' voor een 'double threat' want Terrie Odabi (59 lentes en uit Oakland, CA) en Tia Carroll (64 en uit El Sobrante, CA) bundelden hun krachten tijdens een gezamenlijke tournee. En die krachten zitten – u raadt het ongetwijfeld al – in hun stem. Die van Tia is vol en dragend terwijl Terrie meer bereik heeft in de hoge registers. Ze zongen elk enkele nummers solo om vervolgens elkaar perfect aan te vullen in een show die gestaag crescendo ging en waarin heel regelmatig een glansrol was weggelegd voor gitarist Anthony Stelmaszack (!) die zich hier en nu volledig kon uitleven. Wat een gitarist trouwens! Kent u een betere in Frankrijk? Wij niet. Terrie en Tia – zullen wij makkelijkheidshalve maar afkorten naar T&T? – hitsten het publiek vrij kundig op en ontlokten ons meerdere keren een glimlach. "We want to hear everybody sing along", scandeerden ze. Het publiek deed zijn best, maar dat was voor Tia niet genoeg. "We said everybody", zei ze, "but I hear neverybody." Zalig toch?!

Het werd kwart na acht en we realiseerden ons dat Swing Wespelaar 2022 op zijn laatste benen begon te lopen. Nog twee acts zouden optreden en we maakten de bedenking dat het festival tot hiertoe toch al zeer zeker het bewijs had geleverd dat het qua programmering wél mogelijk is om variatie en amusement te brengen zonder van de blues af te wijken. Ook de voorlaatste act was weer helemaal verschillend van alle vorige. De 37-jarige Selwyn Birchwood uit Tampa, Florida – hij prijkte in 2014 op de cover van BTTR 93 – won in 2013 de International Blues Challenge en vanuit de onbekendheid promoveerde hij meteen naar de A-klasse als 'Alligator recording artist'. Zijn blues klinkt grootstedelijk en bombastisch maar in knappe eigen teksten schemeren zijn eigenzinnige ziens- en zegswijze door. Selwyn begon loeihard maar deed ons qua attitude denken aan een jonge Luther Allison. Naast veel eigen werk bracht hij ook een ingetogen versie van Robert Johnsons 'Come On In My Kitchen'. De brave borst kon natuurlijk niet weten dat wij dit gisteren al hadden gehoord van Jessie Houllier maar het publiek vond het allemaal okay. Het was mooi om te zien dat jonge mensen, hoe hard ze ook naar succes streven, respect aan hun voorgangers blijven betuigen.

De bijna 71-jarige Keb' Mo' uit Los Angeles mocht Swing Wespelaar 2022 afsluiten. Het werd een schitterend optreden in meerdere opzichten. Dit was nu eens geen afsluiter die met veel bombast en decibels het laatste beetje energie uit een reeds platgewalst publiek pleurde. Neen, dit was een bezadigd uurtje van rustig genieten van de spitsvondige teksten in de liedjes uit zijn recente cd 'Good To Be', ingebed in zachte bluesmuziek waar je elk instrument tot in de kleinste details kon horen. In de perfectie van deze muzikale eenvoud konden we bijvoorbeeld horen wat de bassist echt speelde, zonder dat alles verzandde in het ijle van enkel maar een dreun. Is het u ook opgevallen dat alle monitors waren verdwenen en dat deze band met 'oortjes' speelde? Enfin, het zal ondertussen wel duidelijk zijn waar we naartoe willen, niet?

Swing Wespelaar 2022 maakte zonder ook maar de minste twijfel waar wat het op papier al had beloofd. Naar onze smaak en aanvoelen was dit hét bluesfestival van het jaar in de Benelux. Rest ons niet veel meer dan een welgemeende dankjewel aan de hele Swing-ploeg. Dit feest voor de ware bluesliefhebber is er niet alleen gekomen omdat deze ploeg zoiets kon, maar ook – en misschien vooral – omdat deze ploeg het zo heeft gewild...

Franky Bruneel


reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies


Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back T
o The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel