Patersdreef Festival
Tielt, 3 en 4 juli 2015


Al sinds jaar en dag – 24 jaar om precies te zijn – organiseren Franky Craeymeersch en zijn ploeg het Patersdreef Festival als onderdeel van de Tieltse Europafeesten. De gezellige dreef is als het ware een veilige cocon waar het rustig vertoeven is voor wie geen boodschap heeft aan allerlei banaliteiten zoals braderie, overvolle terrassen in de bakkende hitte, Romeo's op de grote markt en de alles overheersende geur van diepvriesfrieten, synthetische braadworst en Luikse wafels. Al 24 jaar is er dus dit kleinschalige gratis festival en doorgaans valt er redelijk wat blues te beleven. Dit jaar waren de meest interessante bluesacts geconcentreerd op de vrijdagavond, dus lag het oorspronkelijk in onze bedoeling om enkel van deze vrijdagavond een verslagje te publiceren...

Stipt om 18.30 u. trapte Tiny Legs Tim helemaal in zijn eentje af. Zoals we dat van hem gewoon zijn, bracht hij een kruisbestuiving van zijn invloeden uit de Kemmeldelta en de Mississippidelta. Tim is in de loop der jaren als bluesman enorm geëvolueerd. Gegroeid eigenlijk. Stilistisch behoort hij ondertussen tot de meest authentieke bluesartiesten die ons land rijk is. We genoten van de melancholie in 'Steppin' Up' en ook enorm van zijn bewerking van de Robert Johnsonklassieker 'Standing At The Crossroads'. Het plezierde ons mateloos dat hij zich met 'Whiskey Headed Woman' aan een streepje Tommy McClennan waagde (wie doet dat nog, de dag van vandaag?) en wanneer hij Leadbelly citeerde met 'it takes a worried man to sing a worried song', klonk dat zeer geloofwaardig. Tim begon aan zijn optreden met slechts een handvol toeschouwers, maar het viel op dat veel mensen – vooral de plaatselijke jeugd! – die de Patersdreef gebruikten als sluipweg van de braderie naar de gemeentelijke parking, halt hielden om te blijven luisteren. De kracht van de échte blues...

“Wij zijn geen pure bluesband, wij zijn eigenlijk een
van-alles-een-beetje-maar-tegelijk-van-alles-niets- band”, bekende Wim De Vos alias Howlin' Bill. Zo cru zouden wij het zelf eigenlijk niet stellen, maar... ergens houdt die uitlating wel steek, zolang de luisteraar maar relativeert en dat 'van-alles-een-beetje' als een positieve eigenschap leert ervaren. U zou kunnen stellen dat 'Get Up', bijvoorbeeld, een song van een onbekende Zweed die Wim destijds heel leuk vond (de song, niet de Zweed), klinkt als een truckersliedje van Henk Wijngaard, maar... tegelijk weerklinken de vroege Fabulous Thunderbirds erin. En dat horen we eigenlijk in veel van Howlin' Bills nummers. Gitarist Little Jimmy poneerde bijwijlen fraaie solo's en probeer nu maar eens uit te leggen hoe hij klinkt, wanneer hij rockabillyriedels speelt met de klank van Otis Rush. U moet het eigenlijk horen om het te begrijpen. In elk geval is de muziek van Howllin' bill fris en nostalgisch tegelijk. Blues, rock-'n-roll, rockabilly, mambo, rumba, retro en hip tegelijk, aanstekelijk en absoluut nooit voor één stilistisch gat te vangen. Het was een leuk concert, maar de geluidsman fnuikte het ietwat doordat Wims harmonica nauwelijks te horen was.

Het bluesrocktrio Fred & The Healers leek die 'klankman' dan wel weer redelijk te kunnen mixen en dat verraadt zijn muzikale voorkeur. Fred Lani is een sympathieke gabber, continu op zoek naar bevestiging van het publiek, maar het meezingen en meejumpen leek niet zo bijster goed te willen slagen. Al moeten we eerlijkheidshalve bekennen dat een gedeelte van het publiek dit harde gitaargeram wél kon smaken. Het viel op dat het vooral de zestigplussers waren (!) die tegen het podium geplakt stonden te headbangen. Een vrij hilarisch zicht eigenlijk...

Het slotstuk van deze vrijdagavond was weggelegd voor The 44's, the next big thing from Los Angeles, California. Bassist Mike Hightower kennen we van bij Lester Butler (13) en Johnny Mastro & Mama's Boys. De sound van deze band gaat ook die richting uit. Alleen spelen ze een stuk beschaafder en het bluesgehalte is veel groter dan bij Mastro's werk. Succesnummers waren 'She's Poison' en 'Mr. Operator' uit hun album 'Americana' en – vooral – 'Automatic' en 'So Low Down' van de plaat 'Boogie Disease'. In deze nummers is een belangrijke rol voorbehouden voor de harmonica en de 20-jarige Jacob Huffman liet zich die hoofdrol welgevallen. Hij is een leerling van Rod Piazza en die invloed hoorden we overduidelijk. Het hypnotische van Lester Butler vinden we ook bij The 44's terug, en de frontman, zanger-gitarist Johnny Main, gedraagt zich als een man die de fakkel brandend houdt. Maar de blues is immer aanwezig, wat hen ook voor bluesfans pur sang een interessante band maakt. In elk geval was dit een mooie afsluiter voor een geslaagde Patersdreefavond.

epiloog

Voor de zaterdagavond hadden we een geweldig plan. Na het bekijken van enkele YouTubeclips waren onze verwachtingen voor de Française Karoline Legrand niet zo heel erg groot. Bekend van de 'chansonhit' 'J'aurais voulu te dire' was ze middels een carrièreswitch plots blueszangeres geworden en het leek ons allemaal wat te ingestudeerd, te gekunsteld, te... blues op zijn Frans. We waren rond 22.30 u. ter plekke met de bedoeling ongewapend – fototoestel en notaboekje bleven thuis – nog een streepje Legrand mee te pikken en ons daarna onder te dompelen in de nostalgie van The Troggs, u weet wel, de Britse sixtiesband van 'With A Girl Like You' en 'Wild Thing'. Bij aankomst bleek de Française nog aan haar set te moeten beginnen. Karoline is voor haar leeftijd nog een frisse, pittige en guitige dame. Voor de rest werden onze verwachtingen bewaarheid.

Alhoewel The Troggs om 23.30 u. waren voorzien, kwam rond middernacht het nieuws dat ze net 'van de boot' waren en op weg van Dunkerque naar Tielt. Naar de reden daarvan had iedereen het gissen. Ze zouden omstreeks 02.00 u. spelen. Natuurlijk moest 'dat gat' worden gevuld en de organisator plukte de jonge twintiger Arne Demets, zanger-gitarist van The Blues Vision, en zijn drummer en leeftijdsgenoot Bernd Coene uit het publiek. Even later arriveerde een jeep met een kolos van een Marshallversterker en een Gibson Les Paul. De bassist en trompettist uit Karoline Legrands band, alsook het drumstel, werden bereid gevonden om mee het gat te helpen dichten. Wat volgde, was een volledig geïmproviseerd maar veruit het meest begeesterende concert dat we tijdens dit festival zagen. Arne putte uit de vele klassiekers die hij meester is, waaronder 'Everyday I Have The Blues', 'Stormy Monday' en Hendrix' 'Hey Joe'. Hij toonde zich de meester op gitaar die hij al lang is. Op een zeer professionele manier stuurde hij zijn gelegenheidsband aan. Alle songs zaten goed, alle breaks klopten! De Franse bassist glunderde dat het geen naam had. Vol bewondering voor zijn jonge bandleider kon hij meer blues uit de kast halen dan bij zijn eigen band en hij genoot er met volle teugen van. Arne spaarde de trompettist van het spek en de bonen die hem initieel te beurt leken te vallen, door hem op de gepaste momenten te laten soleren. Arne kreeg de volle waardering van het publiek dat heel begrijpend beaamde dat de redding nabij is, wanneer de nood het hoogst is. Velen bestempelden dit als een waardige afsluiter van het festival en niemand bekommerde er zich nog om of die Troggs nu al dan niet nog zouden optreden. Om 01.40 u. was er van de legendarische Britse band nog steeds geen spoor en we hebben er niet op gewacht. Met de inbreng van Arne Demets was onze festivalavond compleet. We hadden een groots artiest gezien! Achteraf vernamen we dat The Troggs hun optreden omstreeks 03.00 u. zijn begonnen voor enkele mannen en nog wat paardenkoppen. Het is ons vooralsnog niet bekend wat ze ervan hebben gebakken...

Franky Bruneel

reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
     

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel

      _____________________