Na
hun succesvolle passages op Moulin Blues Ospel (2008) en het BRBF Peer
(2009) waren de leden van de beloftevolle Engelse band Hokie Joint te
gast bij onze vrienden van Move2Blues in de gezellige MOD in Hasselt.
Organisator Danny Guilliams bouwt reeds jaren aan een duurzame reputatie
en biedt zijn publiek trouw elke tweede donderdag van de maand een
hoogstaand avondje blues aan. En ze waren massaal op post, de fans en
vaste klanten want het kleine zaaltje was goed vol gelopen en dit stemde
de organisatie gunstig.
Hokie Joint dook vanuit het
niets ons blueswereldje binnen en veroverde quasi direct de harten van
menige bluesliefhebber. Hun eigenzinnige mix van rauwe, ruwe
grootstadblues met soms een knipoogje naar de (Ierse) folk blijkt een
schot in de roos te zijn. Natuurlijk is de charismatische verschijning
van frontman/zanger Jojo Burgess een extra troef, zeker bij de
vrouwelijke bluesfans. Met zijn hoge versierde buishoed en sjaaltje in
de nek lijkt hij zo weggeplukt uit een Charles Dickens-roman. Hokie
Joint is ook de ideale mix van oude rotten – drummer Stephen Cupsey
Cutmore is de nestor met z’n 58 lentes – en jonge hongerige honden –
gitarist Joel Fisk is met z’n 23 de Benjamin van de bende – die eens ze
op het podium, staan warempel blijkt te werken.
De
band werd opgericht in 2007 maar alle muzikanten speelden in het
verleden reeds in verschillende andere projecten en bands. Hun debuutcd
'The Way It Goes….. Sometimes!' kreeg terecht lovende kritieken en ook
live blijken ze hun mannetje te kunnen staan. Het titelnummer van hun cd
zat al vroeg in de eerste set en kon rekenen op heel wat
herkenningsapplaus. Ook 'Back Where We Are Going', één van mijn
persoonlijke favorieten, kwam al vroeg aan bod. Met zijn demonische stem
die ergens het midden houdt tussen Howlin’ Wolf en Tom Waits, joeg Jojo
de adrenaline de hoogte in om daarna al zalvend toe te slaan. Zijn
expressieve gelaatsuitdrukkingen en dito bewegingen doen vermoeden dat
hij ooit nog een mime- en/of toneelspeler is geweest. Naarmate de eerste
set vordert, laten ze alle remmen los. Harmonicaspeler Gilles King, die
gerekend wordt bij de beste blazers van de U.K. gooit zich volledig in
de strijd wat resulteert in enkele pareltjes van riffs. Bassist Fergie
Fulton, netjes in het pak in ware Reservoir Dogs stijl, zorgt samen met
Stephen Cutmore op drums voor de solide basis waarop de andere
muzikanten naar hartenlust kunnen soleren. Gitarist Joel Fisk wordt nu
al de nieuwe Clapton genoemd. Toch is hij vooral zichzelf en weet hij
moeiteloos de ene verrassende solo na de andere uit zijn Fender of
Gibson te toveren. De jonge snaak weet duidelijk waar de mosterd dient
gehaald te worden. Zijn solo’s zijn inventief en staan steeds ten
dienste van de songs.
De
jongens werken aan een nieuwe cd die ergens medio november zou moeten
verschijnen. We krijgen nu reeds een klein voorsmaakje hoe die zal
klinken. Ook na de pauze weet de band het publiek in de ban te houden.
Alle nummers uit hun debuutalbum passeren de revue. Nummers als
'Franklin', 'Mrs Jones' en 'Chocolate Cake' kunnen rekenen op
goedkeurend herkenningsapplaus. Iedereen lust hier wel pap van. Als
toegift krijgen we nog een knappe versie van Bo Diddley’s 'Who Do You
Love' en dan is het over en uit. Deze band uit Colchester, Engeland is
immens populair bij de bluesfans en hun verkoop van cd’s en t-shirts
loopt dan ook als een trein na het optreden. Wij kijken ondertussen al
hoopvol uit naar de release van hun nieuwste exemplaar en de daarbij
horende tournee.
Wim Huybrechts