|
||
|
Moulin
Blues blijft een erg vriendelijk én gezellig
festival. Bijkletsen na een té lange winterstop
waarin we onze muzikale vrienden en kennissen
maandenlang moesten missen, is misschien meer
prioriteit geworden dan op andere festivals. En
wie kan het publiek dat kwalijk nemen? Het is
natuurlijk onmogelijk om – al waren we met twee
– alles volledig te volgen, uiteraard omdat de
shows van de bands elkaar overlappen op het
hoofdpodium en het Moulin Blues Café, maar
natuurlijk ook al omdat de ene band al wat meer
onze aandacht trok dan de andere. Begrijpelijk
toch? Iets met smaak en voorkeur… Hier gaan we! Vrijdag
We waren
dus ruim op tijd in het Blues Café waar de
Duitse (Bonn) Backyard Casanovas met hun
wilde, rauwe rhythm-and-blues en rockabilly de
aandacht van het talrijke publiek probeerden te
winnen. En daar slaagden deze vintage geklede
mannen duidelijk in. Zelf noemen ze hun muziek
rockin' blues: Een beetje Howlin' Wolf, wat
Chuck Berry en een Bo Diddley-saus erover. Ze
overtuigden met een groovende versie van Frankie
Lee Sims' 'Lucy Mae Blues'. Het nodigde allemaal
uit tot dansen en het publiek, onszelf
meegerekend, was helemaal mee!
Op het
hoofdpodium begon Handsome Jack, een
trio uit Buffalo, NY. Ze brachten southern rock
en swamprock, zeer melodieus en catchy, soms
driestemmig gezongen. Hun mengelmoes van rock,
blues, rhythm-and-blues, soul en country bracht
dus veel afwisseling. Hun muziek ligt in het
straatje van The Sheepdogs, al zijn de invloeden
van CCR en de oude ZZ Top ook niet ver weg.
Handsome Jack is een sympathieke band met gevoel
voor humor.
In het Blues Café stond, voor ons althans, de
eerste verrassing van het weekend: de Zweedse Jesper
Lindell en zijn vijfkoppige band.
Singer-songwriter Lindell had een band van
klassemuzikanten rond zich verzameld. Ze deden
ons een beetje aan The Lowland Brothers denken,
de verrassing van vorig jaar. Pianist Carl en
gitarist Jimmy speelden meerdere instrumenten en
gitaar, piano en orgel werden aangevuld met o.a.
viool, trompet en accordeon. Het gitaarspel en
de prachtige stem van Jesper, de vierstemmige
koortjes, het spelen met dynamiek, tempo en
nummers die naar een climax stegen riepen
vergelijkingen op met Little Feat en vooral The
Band. Eigenlijk was dit té goed en te mooi voor
deze kleine tent...
Zaterdag
In de
kleine tent was het tijd voor 'something
completely different'. Jenny Don't and The
Spurs uit Portland Oregon brachten rauwe
rock-'n-roll, rockabilly, honky tonk en
countryrock. Jenny en de flitsende gitarist
Christopher March zetten twee gedreven en af en
toe verrassende sets neer. Toch was de tent maar
half gevuld. Het was nog maar vroeg op de dag en
het regende (nog) niet. Of misschien was Jenny
wel de vreemde eend in de bijt die onterecht net
buiten de boot viel...
De 23-jarige Canadese zanger-gitarist Spencer
MacKenzie speelt powerblues met funk- en
soulinvloeden. Hij doet denken aan Johnny Lang,
maar dan met een minder rauwe stem en misschien
wat meer soul. MacKenzie is gezegend met een
fantastische stem en zijn songs staan centraal.
Hij hoeft niet in elk nummer op gitaar te
excelleren. De arrangementen zitten erg goed in
elkaar met originele accenten en finesses. Toch
klinkt het geheel misschien soms iets te gladjes
en teveel van hetzelfde.
De
volgende band op het hoofdpodium kwam opnieuw
uit Duitsland (Münster). The Bluesanovas
brengen het soort blues dat twintig ŕ 25 jaar
geleden erg populair was. En misschien juist
daarom is er weer een plaats voor.
Rhythm-and-blues, blues, jumpblues,
rock-'n-roll... het zit allemaal in hun
repertoire. Misschien mist het nog wat
originaliteit en mag het 'vintage' randje wat
breder zijn. Maar de band staat er en het
gitaar- (Pilipe Enrique) en pianowerk (Nico
Dreier) is uitstekend. En wat bovenal opvalt, is
dat deze bluesband een echte zanger heeft,
Melvin Schultz. Niet iemand die zingt, maar een
echte zanger! Met o.a. 'It Takes Time' van Otis
Rush en Thunderbirds-achtige rock-'n-roll konden
ze overtuigen.
Vanuit het Britse Bristol kwam Elles Bailey
overwaaien. Elles heeft een krachtige, warme
stem en haar muziek situeert zich ergens in de
jaren-zeventig-pop, vermengd met rock, soul en
rootsrock. Ze had een sterke band bij, met
daarin de Nederlandse interimaris keyboardspeler
Govert Van Der Kolm, die we kennen van King of
the World. De muziek van Elles was niet helemaal
ons ding, maar het meezinggehalte en de catchy
refreinen overtuigden het publiek wel. Ze
mochten nog genieten van een vrij rustige versie
van CCR's 'Long As I Can See The Light'.
In de kleine tent pikten we nog even de Texaanse
zanger Greg Izor mee. Er was bijna geen
doorkomen aan. De tent stroomde vol, al had dat
misschien ook wel met de vervelende regenbuien
te maken. Maar Gregs (chromatische)
harmonicaspel en de zeer gevarieerde keuze aan
blues, rock-'n-roll, swamppop, rhythm-and-blues
en southern soul ofwel "Louisiana grit,
Austin soul and lowdown Chicago Heat"
speelden natuurlijk een beslissende rol..
Blood
Brothers, dat zijn Mike Zito &
Albert Castiglia, teisterden onze oren met
loeiharde bluesrock. De laatste speelde met vele
bluesgrootheden, maar daar was hier maar weinig
van te merken. De dubbele gitaarloopjes die we
herhaaldelijk te horen kregen waren steengoed,
maar gingen op den duur ook wel wat vervelen. Oh
ja, ze hadden twee drummers. Kan me iemand
uitleggen waarom? En ze hadden ook iemand bij
die de toetsen bespeelde, maar die heb ik jammer
genoeg nauwelijks gehoord. We meenden ook enkele
druppels op ons hoofd te voelen. Misschien gaat
de reparatie van de tent toch wat geld kosten…
Wat ons dit jaar vooral opviel, was de grote
kwaliteit van de overwegend jonge artiesten. Met
acts als Backyard Casanovas, The Özdemirs,
Jesper Lindell, The Bluesanovas en Cat Lee King
and His Cocks maken we ons absoluut geen zorgen
over de toekomst. Wat ons wel ietwat stoort, is
het gebrek aan respect vanwege het publiek voor
deze zeer hard werkende muzikanten. Maar
misschien kan dat respect wel een beetje worden
afgedwongen door te kiezen voor aparte bier- en
babbeltenten, zodat de echte muziekliefhebber
Guy Davis kan horen spelen. Want laten we wel
wezen: "Old habits are hard to break."
Voor de rest blijft dit een gezellig
topfestival, zelfs al zit het weer niet altijd
mee. De organisatie schotelde ons een
schitterende 36ste editie voor, gevuld met een
hoop kwaliteit en enkele verrassingen. En
daarvoor gaat de echte muziekliefhebber naar een
festival, toch?! Peter Jacobs & Linda Marchesini terug naar de index van de concert- en festivalrecensies Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.
|
foto's: © Peter Jacobs
|