Blaublues Festival
Zaal De Levaard, Haringe - 13 november 2021

Hebt gij frieten gegeten?”, vraagt Els ons wanneer we ruimschoots op tijd aankomen in Zaal De Levaard. “Ruik jij dat?”, vragen we enigszins verwonderd. “Neen”, antwoordt ze, “maar dat stond in uw verslag van twee jaar geleden.” Twee jaar geleden. Soms zijn we karig met woorden, maar in onze kop ontspinnen zich dan allerlei associaties. Dat iemand zich nog iets herinnert van wat wij twee jaar geleden hebben geschreven, zeg. Hoe geweldig is dat! Over het Franse koppeltje en de Péres Fouettards in frituur Friettijd in Watou. Maar we hebben toen ook iets over de muziek geschreven en in 2019 beleefde Blaublues met Kat Riggins, Jonn 'Del Toro' Richardson, Sue Foley en Nick Moss één van zijn sterkste edities ooit. En wij toen maar besluiten met de woorden dat we heel nieuwsgierig waren naar wat ze hier het volgende jaar uit hun pijp zouden schudden. Niet dus. “Het gaat hier vanavond kleinschalig maar gezellig worden”, zegt iemand van de organisatie tegen een andere bezoeker. Men ziet 2021 hier als een overgangsjaar en om in deze onzekere tijden geen gedoe te krijgen met tournees van internationale acts die worden afgelast en zo, hebben de mensen van Blaublues eieren voor hun geld gekozen en vier degelijke Belgische acts geprogrammeerd. “Ja, we zijn inderdaad weer in een frietkot geweest”, zeggen we. “Twee frikandellen, een portie bitterballen en een klein brochetje. Geen frieten. Is dat okay? Mogen we daarmee binnen?” En ja hoor, we mogen daarmee binnen. De QR-code van onze CovidSafe-app was trouwens al gescand en okay bevonden. En voor de naar detaillistische volledigheid snakkende lezer vermelden we hier nog snel dat het deze keer niet in Watou was, maar in friture Du Tram op de Grote Markt van Poperinge. Bij Sharon. Aan al die het wil horen of niet wil horen, vertelt Sharon dat haar ouders haar hebben genoemd naar actrice Sharon Tate. Ze gelijkt er trouwens sterk op...

Het wordt 20 uur en Pancrase & Friends mogen de spits afbijten en tegelijk ook de aftrap geven. Kwestie van het festival op gang te brengen én te beginnen. De sympathieke Pancrase Vandelanoitte, geboren in Bukavu (Oost-Congo) maar getogen in West-Vlaanderen, kennen we nog van bij de band Rude Roots en van op diverse jamsessies (o.a. in Comptoir des Arts in Brugge). Zijn gitaristisch verleden gaat terug tot diep in de jaren '70 maar tot dusver hadden we hem nog niet in een leidersrol gezien. En eerlijk... Pancrase verrast ons aangenaam. We gaan niet te veel woorden spenderen aan het feit dat toetsenman Johnny Delaere aan het begin van de set in twee nummers in een andere toonaard dan de band tokkelt. We hebben het gehoord, de meeste mensen niet. Belangrijker is dat het straight-in-your-face-gitaarspel van Pancrase in 'I Believe I'm In Love With You' (Fabulous Thunderbirds) wel erg raak binnenkomt. Het is bluesrock, ja, maar het klinkt goed. In 'That's What Love Makes You Do' gaat het lekker funky. Pancrase speelt het wel twee keer zo snel als Jerry Garcia dat placht te doen. Pure Chicago krijgen we met 'Never Trust A Woman', gebaseerd op Koko Taylors 'Never Trust A Man'. Pancrase is duidelijk van veel markten thuis. Het hoogtepunt van de set pointeert hij met prachtig opgebouwd gitaarspel in de slowblues 'Need Your Love So Bad' (Fleetwood Mac). Na nog verdienstelijke versies van het funky 'Black Cat Bone' (Albert Collins) en 'Wine Headed Woman' in de versie van Willie Williams, krijgt Pancrase de warme appreciatie en een hartelijk applaus van een publiek dat misschien in een iets mindere getale naar Haringe is afgezakt maar bovenal heel erg blij is dat het festival kan plaatsvinden.

Wat ons ook onmiddellijk opvalt, en we zullen het maar meteen toegeven, is dat we even moeten terugkomen op onze woorden van vorige week. Toen we het Bay-Car Blues Festival in Grande-Synthe (FR) bespraken, hebben we de klank- en lichtmensen daar terecht opgehemeld maar eigenlijk ook een beetje zitten kakken op een aantal van onze Belgische indoorfestivals waar vooral de klank 'suckt langs alle kanten'. Deze botte stelling pletst hier vanavond echter als een boemerang terug in onze smikkel. Klank en licht zijn hier immers subliem en – we gaan het dus niet meer herhalen – dat zal voor de rest van de avond zo blijven.

Mochten we eens een spelletje 'noem de drie beste Belgische bluesbassisten en de volgorde speelt geen rol' spelen, dan zou daar behalve Carlo Van Belleghem en René Stock ook zeker de naam Renaud Lesire vallen. Alleen spelen wij dat spelletje nu niet en het doet zelfs geen knijt ter zake want Renaud vertolkt vanavond een andere rol, namelijk die van zanger-gitarist in zijn eigen band: Little Hook. We weten het, we mogen geen beer schieten vooraleer we de zekerheid hebben dat we zijn vel verkocht krijgen, maar met naast Renaud ook Bart Mulders (gitaar), Big Dave (harmonica en zang) en Steve 'Dynamite' Wouters (drums), kan dat toch niet anders dan er boenk op zijn! En dat is het ook! Steve drumt een Chicagobluesshuffle zoals we dat nog maar weinig bleekneuzen hebben horen doen. En die Bo Diddley-afterbeat klopt gewoon. Met nummers in Mississippi Hill Country-stijl brengen deze jongens driekwart van het publiek in trance. Het klinkt en is gewoon bezwerend. In de boogies komt Bart Mulders dan weer opzetten. Met een supplementje distorsie op die gitaar (enfin, we bedoelen – uiteraard – de versterker) geeft hij er zijn eigen draai aan. En Renaud... wel die leeft zich uit in een combine van speelplezier en authenticiteit. Dit is zijn ding en hij staat er helemaal! Beurtelings kleuren hij en Big Dave de zangpartijen in en vaak drijft de muziek van Little Hook op riffs en hebben ze aan één akkoord genoeg, zoals in hun lijflied 'Hooked'. En deze jongens zijn ook smart asses. Het kan niet anders. De enige zee-eenden ons bekend, zijn die zwarte Melanitta's. U weet wel, die beesten die hoofdzakelijk voorkomen in Scandinavië, Siberië en Rusland. Een dwaalgast geraakt al eens tot in het noorden van Nederland, maar dat is het dan ook. En dan moet hij al serieus dwalen. Die beesten leven in elk geval dus niet in de Amerikaanse brandhaarden van de blues en er is dus geen enkele reden om in het nummer 'Diving Duck Blues' te zingen: 'If the ocean was whiskey and I was a diving duck, I would dive to the bottom and never come up'. Die jongens van Little Hook weten dat, geloof ons. En daarom klinkt het bij hen zoals Sleepy John Estes het in 1929 heeft voorgezongen: 'If the river was whiskey'. Ook geobiologisch moet muziek kloppen. Juist is juist!

Het schurkt tegen elven aan wanneer de Missy Sippy All Stars aan hun set beginnen. In ons blad hebben wij het artikelgewijs al enkele keren gehad over de fors ontwikkelde Gentse bluesscene die bulkt van jong talent dat elkaar én een publiek vindt in café Missy Sippy. Vijf jaar jamsessies hebben geresulteerd in verschillende toffe bandjes en een fraaie staalkaart-cd van het grotere collectief, zijnde een 20-tal muzikanten die in het Gentse blueshol huizen. In wisselende bezetting treedt een bonte greep eruit ook op als de Missy Sippy All Stars. Voilà, volstaat dit als inleidende duiding? We hebben geluk vandaag. Wij zijn grote fan van drummer Natan Goessens en die komt hier vanavond vanuit Duitsland – hij toert op dit moment met Neal Black & The Healers – invallen voor Bernd Coene. En zie, die gasten beginnen te spelen en meteen tovert Natan al een glimlach op ons gezicht. We willen niets verkeerds hebben gezegd over Steve van daarjuist. Begrijp ons niet verkeerd. Maar Natan is één van de meest veelzijdige drummers die we kennen. Hij gebruikt zijn drumstel als een volwaardig instrument, beheerst het spel van 'tension and relief' tot in de perfectie, is dynamisch wanneer een climax dat vereist maar is ook ingetoomd de verpersoonlijking van ritmische variatie. We noemen hem al een tijdje de beste Belgische bluesdrummer maar kijk, we vinden dat we eerlijk moeten blijven. Als we met onszelf in conclaaf gaan – zo gaat dat ook bij schizofrenen – dan kunnen we ons eigenlijk geen enkele Europese bluesdrummer voor de geest halen die wij liever horen spelen dan Natan. Voor ons is hij vanaf nu de beste bluesdrummer van Europa. Over smaak valt natuurlijk niet te redetwisten, maar kom, we hebben het hierbij dan toch maar weer eens gezegd. Of wij hier ook iets zinnigs te vertellen hebben over de muziek van deze band, vraagt u? Wel, we genieten van Matt T. Mahony's intense versie van 'Little Red Rooster' en in een traag nummer doet Tiny Legs Tim ons op elektrische gitaar een beetje aan Albert King denken. En dat is ook een compliment dat kan tellen! Het valt ons op dat zowel Matt T. als Tim zo zuiver spelen. Zo puur. Geen distorsie, geen effectjes, niks van dat alles. Dit is zalig. Mattias Geernaert is de bassist. En man! Zo vol, zo vet, zo dragend! Voor de tweede helft van de set voegt zangeres Fedia Holail Mohamed zich bij het gezelschap en ze doet o.a. een fraaie versie van Etta James' 'All I Could Do Was Cry'. Bij deze meid kraakt er niets, piept er niets, het schuurt niet, het sleept niet en ze heeft geen sikkepit van die opwindende heesheid. En toch. Toch past haar loepzuivere toonvastheid wonderwel bij het soort blues dat ze brengt. Missy Sippy All Stars geslaagd? Ja hoor. Met grote onderscheiding!

Twintig minuten na middernacht is voor een band eigenlijk vrij laat om nog te beginnen spelen, maar die jongens van Blues Lee waren na een rit van meer dan drie uren allemaal goed en wel aangekomen in de Haringse middle of nowhere, ze hadden die loodzware Hammond al op het podium gepleurd, enfin, ge kunt die toch niet onverrichterzake terug naar naar de verste uithoeken van de Limburg katapulteren. We willen geenszins insinueren dat die jongens hier te laat waren aangekomen of zo. Begrijp ons niet verkeerd. De programmering zit hier gewoon zo in elkaar. De laatste band begint hier altijd zo laat. Blues Lee is een band die al sinds halfweg de jaren '90 meegaat. Voor ons zal Blues Lee altijd synoniem zijn voor de behendige gitarist Karel Phlix die sinds 2007 zelf zijn prachtige Guttlin-gitaren bouwt. Ook Duke Robillard heeft twee Guttlins. En hij speelt er zelfs op. We zouden bijna zeggen dat Karels gitaren bekender zijn geworden dan hijzelf, maar misschien is dat een tikkeltje oneerbiedig. Zes albums, diverse internationale tournees tot in Zuid-Afrika toe, enzovoort, al die dingen illustreren dat hier geen sukkelaars staan. En dat hoor je ook. Wanneer Bies Biesmans 'Full Time Lover' van The Fabulous Thunderbirds inzet, horen we de beste zanger van de avond. Hij trekt ook behoorlijk zijn plan op zowel saxofoon als op harmoncia. Voor een ingetogen nummer gaat hij vooraan op de rand van het podium zitten en het publiek eet uit zijn hand. En die Hammond dan. Patrick Cuyvers laat 'm zowel schreeuwen als juichen. Dit is Hammond op zijn best, niet als functionele begeleiding, maar in een hoofdrol. Het is dus allemaal oerdegelijk en Blues Lee brengt standaardblues met spierballen maar tast ook de boundaries af. Zowel de muzikale als die van de toeschouwers. Zijn ze nog mee of is dit net 'over the edge'? Snapt u? Kijk, op een gegeven moment kondigen ze een nummer aan met de woorden: “Dit is iets seksueels tussen Mister Blues en Lady Jazz.” We denken bij onszelf – uiteraard, want bij iemand anders kunnen we vooralsnog niet denken – “Ja, lap. We zijn er. Uit dát neukfeest zijn nog niet zo heel veel schone kindjes ontstaan, of het moet meer in een swingstijl à la Louis Jordan zijn geweest.” En inderdaad, de band slaat aan het freewheelen en deze sofisticatie kunnen wij op dit late uur – het is al na enen – niet echt meer behappen.

Blaublues 2021 is een feit. Het is mooi geweest, ondanks de ietwat afgeslankte formule. Met stilistisch vier totaal verschillende bands was er voor elk wat wils en ze waren allen in hun eigen stijl zeer sterk. We willen de Blaubluesploeg graag nog feliciteren voor de moed die ze hebben kunnen opbrengen om hun festival in deze vreemde tijden toch te organiseren. We hopen voor 2022 op een editie zoals we die als vanouds kennen, maar eerst moeten we nog door enkele zure appels heen. De nieuwslezer van het nachtjournaal zegt dat de toestand zodanig snel verslecht dat het overlegcomité niet zal wachten tot volgende vrijdag om zich te beraden over bijkomende, strengere coronamaatregelen. We passeren Du Tram, maar Sharon is al dicht.

Franky  Bruneel



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel