Southern Bluesnight
Parkstad Limburg Theater, Heerlen (NL) - 17 maart 2018


Is dat nu louter toeval, of hebben wij een ietwat foute indruk? De programmering van de eerste voorjaarklassieker onder de bluesfestivals lijkt ons deze keer een tikkeltje minder avontuurlijk dan voorheen. We hebben zo'n beetje gevolgd welke buitenlandse artiesten op dit moment door de Lage Landen toeren, veelal begeleid door Europese muzikanten. Maak hiervan de optelsom en vul aan met enkele lokale acts en je hebt de affiche van deze 22ste SBN-editie. Maar – eerlijk is eerlijk – het is net dié optelsom en het feit dat je dus al deze acts op één avond te zien krijgt in het schitterende zalencomplex van het Heelense theater, met een eersteklas-geluidskwaliteit, die het voor ons de moeite van een verplaatsing van grofweg 230 kilometer waard maakt.

Stipt om kwart over zeven opent de Belgisch-Limburgse band Bourbon Street in de foyer. Met hun op rootsrock en bluesrock geënte muziek hebben ze dit jaar het BRUL-contest gewonnen. BRUL staat voor Blues en Roots Uit Limburg. Voorman Mario Jossels lijkt ons een prima bassist, zijn zang is echter matig. Zo'n contest winnen zegt soms iets over het niveau van een band maar vaak ook niet. Het zijn immers enkel bands die eraan deelnemen die zo'n wedstrijd winnen. Wat we hiermee willen zeggen, vraagt u? Nou, kijk, het staat hier tussen de lijntjes en twee paragrafen verderop loud and clear...

We willen tijdig in de Limburgzaal zijn voor de aftrap van de Errol Linton Band maar onderweg doen we een gelukzalige ontdekking. Staat hier toch wel een promotiestand van de Lagunitas Brewing Company uit Petaluma, CA en Chicago, IL zeker? Dat gelukzalige is er niet omdat deze stand hier staat, maar wel vanwege het feit dat er drie tapkranen zijn, waaruit respectievelijk Lagunitas' IPA, Little Sumpin' en Sucks stroomt. We hoeven dat fletse Hollandse flutsopje vanavond niet tot ons te nemen. We vullen onze kelk met het bier waarmee we de dorst ook lessen tijdens onze jaarlijkse pelgrimstocht naar de hoofdstad van de blues. Elke zondagnamiddag is er in de brouwerij in Chicago trouwens ook een bluesconcert. Jimmy Johnson en Mike Wheeler zijn er bijvoorbeeld vaste gasten. Okay, Lagunitas in Heerlen is een schot in de roos! Genoteerd, geproefd én goedgekeurd... Ook Errol Linton, een Brit van Jamaïcaanse komaf, voert ons naar Chicago. We zagen de man ooit eens – we denken minstens 25 jaar geleden – op de Belgian Blues Night in Brugge en sindsdien nooit meer. Een onuitwisbare indruk heeft hij toen niet op ons nagelaten maar hier horen we hem als een bijzonder strijdvaardige harmonicaspeler. Hij ziet er ietwat uit als een jongere versie van Sonny Boy Williamson II en ook stilistisch neigt hij in deze richting. We horen knappe versies van 'Hoodoo Man Blues' (Jr. Wells) en 'Walkin' By Myself' (Jimmy Rogers) maar Linton verbaast ons het meest met het eigen nummer 'Packin' My Bags' waarin hij Chicagoblues en reggae naadloos met elkaar versmelt.

In de Rabozaal – voor wie twijfelt, dat is die met de rode pluchen zitjes – treedt Barrelhouse aan. Deze Haarlemse band bestaat al ruim veertig jaar, speelt nog steeds in originele bezetting, kan bogen op een ervaring die duizenden optredens ver rijkt en maakte ooit opnames met Albert Collins. Wij houden niet van het woord 'Nederblues' maar die discussie gaan we hier niet voeren. Feit is wél dat Barrelhouse al vier decennia lang behoort tot de top van de Nederlandse bluesbands. Ook vanavond brengen ze hun repertoire met bezieling en overtuiging. De gitaristische wisselwerking tussen de broers Johnny en Guus LaPorte, dat vleugje nostalgie uit de accordeon van Jan Willem Sligting, de belezen en mature zang van Tineke Schoemaker... de formule werkt nog steeds en gaat nooit vervelen. Dit is niet zomaar een Hollands bluesbandje en het vraagteken dat we in potlood hadden geplaatst bij hun programmering in deze grote Rabozaal gommen we berouwvol uit. Barrelhouse laat het verschil horen tussen professionals en amateurs, zonder dat ze – en mogen we eens heel stout zijn? – voor zover wij weten, ooit aan een blueswedstrijd hebben deelgenomen en er dus ook nooit een hebben gewonnen...

We hoppen van de ene grote zaal naar de andere en passeren de foyer waar de Grammy-genomineerde Guy Davis een akoestische set speelt, begeleid door de Belgische harmonicaspeler Paul de Laat. Davis' laatste album is een ode aan het legendarische duo Sonny Terry & Brownie McGhee maar het zou fout zijn om de in New York gewortelde bluesman gemakshalve in dat ene vak te klasseren. Zo horen we hem ook putten uit de rijke geschiedenis van de Mississippiblues met 'Saturday Blues' van Ishmon Bracey. Hij zegt het er ook netjes bij... dat het een nummer van Ishmon Bracey is. Geen kat die reageert. Geen van al deze Nederblueskatten in het publiek die verdorie weet wie Ishmon Bracey is. We doemdenken. Ze zouden zich allemaal beter eens abonneren op ons blad. In het eerstvolgende nummer (105) staat een mooi stuk over Bracey. Guy en Paul brengen ook nog een zeer integere versie van Willie Dixons 'Spoonful' maar dan moeten we echt door naar Limburgzaal...

63 is hij er inmiddels, Chris Cain, de gitarist uit San Jose, California die ontieglijk veel gitaargrootheden – Joe Bonamassa incluis – als hun belangrijkste inspiratiebron noemen. In de jaren 80 toerde hij al in Europa (o.a. Blues Peer) maar daarna kregen we hem in onze kontreien nooit meer te zien. Tot hij in augustus vorig jaar als een duivel uit een doosje opdook op Swing Wespelaar, in het gezelschap van de Italiaanse Luca Giordano Band. Zijn optreden was er zo verpletterend dat plots iedereen belangstelling kreeg. Het kan dus verkeren. Heel snel zelfs. In zijn band heeft Cain vanavond bassist Walter Cerasani en drummer Lorenzo Poliandri van Luca's band. Luca zelf toert op dit ogenblik met Griot Blues en is er dus niet bij. Aan de toetsen (piano en hammond) treffen we de onvolprezen Tjech Ján Kořínek. “Heb je dat gezien”, vraagt een toeschouwer ons, “hoe Chris Cain brak toen hij door B.B. Kings 'Sweet Sixteen' ging”? Dat hebben we inderdaad gezien en eigenlijk vat deze vraag een groot gedeelte van de fantastische set samen. Cain vernoemt B.B. als zijn grote voorbeeld en zijn speelstijl liegt er niet om. Let wel, deze man voor een B.B. King-kloon verslijten zou misdadig zijn want hij gaat verder dan dat. Chris Cain is een meester van het frazeren met bendings en legato met volle akkoorden. Geen enkele andere bluesgitarist doet het hem na! En hij is ook synoniem voor doorleefde, passionele zang en oprechte emotie. Akkoord, hij is een bekkentrekker, maar dan wel eentje van het zeldzame soort dat muzikale virtuositeit, passie en emotie met krachtlijm aan de entertainmentsfactor bindt. Het publiek smult en na elk nummer volgt een denderende staande ovatie. Euh... ja... de Limburgzaal heeft vrijwel uitsluitend staanplaatsen, akkoord, maar wij beschouwen de uitbundigheid van de toeschouwers als staande ovaties. Mag dat ja? Dit is verdorie het hoogtepunt van het festival hoor. Beter dan dit wordt het niet...

Het tweede en meteen ook laatste concert in de Rabozaal is van SaRon Crenshaw. Als we de foyer passeren, speelt de Ernest van Aaken Band er, maar er is niets in zijn muziek dat onze aandacht trekt, laat staan vasthoudt. Dan nog maar even langs de Lagunitas-stand voor een 'Sucks', eerder op de avond door de Amerikaanse tapper bestempeld als 'a great late into the night beer'. En gelijk heeft hij. SaRon Crenshaw dan. We zagen hem in 2016 in Boxmeer en schreven toen dat zich tijdens dat concert de geur van bitterballen verspreidde, vanwege de talrijke opengevallen monden. We kunnen geen tweede keer zo'n leuke woordvondst bedenken maar dat hoeft ook niet. Ondertussen weten we wat de New Yorker waard is en dus is het verrassingseffect ook ietwat verdwenen. Crenshaw bevestigt vanavond wel zijn status als meesterlijk entertainer, heel degelijk zanger en – vooral – een bluesgitarist met een volstrekt eigen stijl. Dat komt hier zelfs goed tot uiting in de eigen nummers, daar waar hij in Boxmeer vooral klassiekers speelde. Liefhebbers klagen wel eens dat de spoeling in bluesland dun is geworden, dat er nog weinig hedendaagse bluesmannen zijn die met respect voor de traditie een verfrissende eigen stijl etaleren, dat het koren uit het kaf en het vet van de soep is. Nou, die mensen moeten vooral eens iets verder dan hun eigen neusje kijken. Vandaag hebben ze echter geluk, want het is bassist Bart Kamp die SaRon in New York ontdekte, hem twee jaar geleden in de bluesscene van de Lage Landen introduceerde en ons zo het neusje van de zalm op een dienbordje kwam aandragen. Samen met Chris Cain is dit voor ons het tweede hoogtepunt van deze avond.

En dan, vroeger dan verwacht, valt het festival voor ons ietwat op zijn gat. Nochtans struinen we verwachtingsvol naar de Limburgzaal voor het concert van Tweed (Funk). We kennen hen nog van de schitterende cd's met de op 29 oktober aan kanker overleden zanger Joseph 'Smokey' Holman. Met zanger Gervis Myles zouden ze tijdens deze tour hulde brengen aan hun betreurde voorman. Als we de zaal binnenkomen, is het optreden al ruim een kwartier aan de gang en we bemerken geen zanger. De band is duidelijk nog steeds aan de intro bezig en wat we horen, heeft in de verste verten niets weg van de funky soulblues die we kennen van de cd's. De zaal is ongeveer nog halfvol, wat impliceert dat ze eigenlijk al half leegliep. De band speelt een soort grootstedelijke jazzfunk met hier en daar een afgemeten en gelikt solootje. Deze muziek heeft geen bodem en geen ziel. Deze muziek heeft niets gemeen met de blues en we kunnen het niet opbrengen om dit nog langer te ondergaan, in afwachting van Gervis Myles. Er is trouwens niets dat ons de garantie geeft dat hij er in een dik half uur nog zal in slagen om de magie van Joseph Holman te doen herleven. In de foyer pikken we nog een flard Guy Verlinde & The Mighty Gators mee. Hier staan verdorie meer toeschouwers dan in de Limburgzaal bij Tweed. En Guy klauwiert zich al zingend, al scanderend eigenlijk, een weg tussen de enthousiaste menigte. Voor de Nederlandse vrienden die hier meelezen, geven we mee dat ze de betekenis van het West-Vlaamse werkwoord klauwieren online kunnen vinden in het Vlaams Woordenboek. We vinden geen woord dat beter omschrijft wat Verlinde doet, dan 'klauwieren'. Maar we kennen hem onderhand wel. En we hebben over deze volksmenner al veel gezegd en geschreven. Voor ons eindigt hier het parcours van de 22ste Southern Bluesnight. Het was misschien niet de editie met de grootste verrassingen, maar – en dat brengt ons weer bij de inleiding – gezien het totaalpakket en de kwaliteitsbestendiging toch een festival waarvoor we elk jaar met graagte ettelijke uren in de wagen vertoeven. Tot 2019!


Franky Bruneel
         

reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      © Franky Bruneel

      _____________________