The Village Goes Crazy
Dorpstraat, Bredene - 22 juli 2017


Voor de 21ste keer al vond dit sympathieke blues- en rockfestival plaats aan de voet van de watertoren in Bredene-dorp. Vorig jaar zagen we de toenmalige voortrekker Rudy Debeuckelaere emotioneel afscheid nemen van zijn geesteskind. Rutger en Nancy van de Cultuurdienst Bredene beloofden toen op hun communiezieltje dat ze het festival in stand zouden houden en zie... ze hielden woord. Zeer lovenswaardig vinden wij het, dat een gemeentebestuur inspanningen doet om dit soort muziek op te nemen in een brede zomerprogrammering met tal van activiteiten. De weergoden (wie zijn die gasten trouwens?) hadden ons al de hele dag gejend met flink uit de kluiten gewassen plensbuien maar dat lieten de trouwe bezoekers van The Village Goes Crazy niet aan hun bluesrockhart komen. In groten getale, zoals dat heet, waren ze goedgeluimd aanwezig voor wat weer een hartverwarmende editie van het evenement zou worden...

Stipt om 19 uur mocht de West-Vlaamse bluesband The B Brothers het festival ontkurken. Ja, ontkurken, want er worden in het leven al genoeg aftrappen gegeven en spitsen afgebeten. En er zat een vreemde eend in de bijt, want die B in de groepsnaam staat voor Blancke maar zanger-gitarist Marc Blancke kondigde de Oost-Vlaamse Ed De Smul aan als zijn 'broer voor vanavond'. Harmonicaspeler Filip Blancke bleek immers met vakantie. Ed kweet zich – om het maar met een cliché te zeggen – bijzonder goed van zijn taak. De band speelde een op Chicagoblues geïnspireerd standaardrepertoire. Daarmee willen we, uiteraard, niets negatiefs hebben gezegd, maar 25 jaar geleden speelden alle West-Vlaamse bluesbandjes Louis Jordans 'Caledonia' in een Chicagoversie en tegenwoordig doet niemand dat nog. Behalve de B Brothers dan. Marc Blancke, ostentatief in een t-shirt van Buddy Guy's Legends gehesen, toonde zich een gedegen gitarist maar ook drummer Joel Loose en bassist Dirk Grymonprez getuigden van een rijke ervaring, al daterend uit de tijd dat... euh... iedereen 'Caledonia' speelde. Ed liet zich in een tweetal nummers als een doorleefde schuurpapieren zanger horen en kreeg de eer om zich het bisnummer toe te eigenen. Met 'Mojo Working' breide hij een feestelijk einde aan een set die als opwarming best wel kon tellen.

Even leek het erop dat die klotegasten van hierboven het festival letterlijk in het water zouden laten vallen, maar toen de Nederlandse Steven Van Der Nat met zijn band Little Steve & The Big Beat het podium betrad, zette hij een profetische grote bek op. “Ik durf wedden dat het vanaf nu droog blijft en dat er straks een gigantisch feest zal losbarsten”, declameerde hij. En alzo geschiedde! Bij opdroging van al die beregende kopjes dampten grote vraagtekens in de lucht op, want niemand wist waar Little Steve voor stond. Naar analogie met een spelletje pacman probeerden we zoveel mogelijk vraagtekens ongenadig te nekken door onze omstaanders erop te wijzen dat hier de beste bluesband van Nederland stond. Lang heeft Steven niet nodig gehad om ons hierin bij te staan want al van bij de eerste song was het duidelijk. The Village schakelde naar een hogere versnelling en de onvervalste rhythm and blues, jaren 50-stijl, ging erin als zoetekoek. Hoogtepunten waren de adembenemende swing in 'Just Fooling Around', het meezingmoment in Ike Turners 'Just One More Time' en, zeer zeker, de ritmische en perfect getimede stotterzang in 'Another Man', titelsong van Steve's eerste full-cd. Wat een beklijvend slowbluesnummer, wat een emotie in die hunker naar een verloren liefde, wie doet beter?, zeg het ons! En dan die blazers, Martijn Van Toor en Evert Hoedt, man man man! Als dit geen blues van het zuiverste soort was, dan weten zelfs wij het niet meer...

Het festival ging werkelijk crescendo want de Franse Laura Cox Band nam het publiek nog hoger mee. Laura wie? Nou, gitaarliefhebbers die hun heug en meug op het internet zoeken, weten het wel. Negen jaar geleden (ze was toen 17) begon Laura clipjes op YouTube te plaatsen waarin ze de gitaarsolo's van de grootste rockklassiekers tot in de perfectie inspeelde. Daarbij gaf ze vaak uitleg over tabulatuur, gebruikte settings en effecten, enz... Sommige van die clipjes haalden moeiteloos miljoenen 'views'. Over de totaliteit staat de teller tegenwoordig op ruim 50 miljoen! Haar YouTube-kanaal en Facebookpagina's hebben honderdduizenden volgers. Het gitaarmerk Bacchus maakt Laura's 'signature guitar', de Duke-Standard. Fabrikanten van versterkers, pickups en effectenpedalen dingen naar haar gunst, ze ontwikkelde haar eigen lesmethodiek, Guitar Player – hét gitaartijdschrift – noemt haar één van de vijf online-gitaristen die je absoluut moet volgen en zo kunnen we nog wel een tijdje doorgaan. Laura Cox was al een gitaarfenomeen nog voor ze één voet op een podium had gezet. In 2013 richtte ze samen met gitarist Mathieu Albiac (ook geen doetje trouwens) de Laura Cox Band op. Een jaar later registreerden ze een eerste single, in 2015 wijzigde de line-up en kwamen drummer Antonin Guérin en bassist François C. Delacoudre erbij en in maart van dit jaar verscheen een eerste full-cd 'Hard Blues Shot'. Voilà, dit alles om het vlees in de kuip van de Village-people maar enigszins te duiden.

Een zeer stevige mix van southern rock, rock-'n-roll en bluesrock werd ons deel. Wie ons een beetje kent, weet dat we doorgaans niet zo'n hoge pet van bluesrock op hebben. Dat komt omdat bluesrockdozijnen doorgaans uit minstens dertien bestaan en ons al snel in verveling brengen. Maar kijk, net zoals bij Rob Orlemans vorig jaar, hebben we ook nu erg genoten. “Ik wil jullie twee vragen stellen”, sprak Laura ietwat gespeeld onschuldig tot haar publiek. “Ten eerste: is het okay als een meisje bier drinkt?”, waarop het publiek een luidkeelse 'yeah' uit de strotjes perste. Stoere Laura dronk haar Leffe uit het flesje. “Ten tweede: denken jullie dat een meisje kan gitaarspelen?”. En die open deur trapte Laura zelf in, want nog voor het publiek kon antwoorden, was ze alweer met een vingervlugge virtuositeit aan het soleren in een zoveelste snedige rocker. De speelvreugde droop ervan af, zowel van Laura als van haar drie jonge veulens die ook beurtelings mochten soleren. Tijdens één nummer verdwenen Laura en Mathieu zelfs om drummer en bassist alle ruimte te geven. Ja, dit was loei- en snoeihard. En luid. Maar het was een perfect uitgekiende sound van een band die al even perfect wist waar ze naartoe gingen en absoluut niet naast de pedalen gingen spelen. Of we dan geen enkele kritische kanttekening bij dit concert kunnen maken, vraagt u? Wel, toch eentje. Op YouTube heeft Laura fenomenale dingen staan. Zo speelt ze de countryrockklassieker 'Nervous Breakdown' van Brad Paisley beter dan Paisley zelf. Wie gitaristische perfectie wil horen, moet dit maar even opzoeken. Graag hadden we haar zoiets ook op dit podium zien doen maar live draait het bij de Laura Cox Band niet alleen rond Laura. Mathieu was even prominent als sologitarist aanwezig en de sound van de band maakt het geheel tot wat het is. Naar het eind van de set hadden zowel vriend als vijand (al kunnen we ons niet inbeelden dat het bevallige wicht vijanden heeft) de muil wijd opengesperd toen Laura ijzersterk 'Johnny B. Goode' van Chuck Berry inzette. Het was de finale, de climax. Het 'we want more-gebrul' bracht de band nog even terug voor een afscheidsnummer met Laura verrassend op mandoline. Daarna begon de stormloop naar de merchandise-stand. Het Vlaamse debuut van deze Parisienne was er een van komen, zien én overwinnen. Ze was een zeer degelijke headliner voor een meer dan geslaagde editie van The Village Goes Crazy. En die weergoden? Die kunnen ons verdorie de rug op!

Franky Bruneel



reageer op dit artikel

terug naar de index van de concert- en festivalrecensies

  • Naast de concert- en festivalverslagen op deze website is Back To The Roots sinds 1995 het meest complete en veelzijdige tijdschrift voor blues en verwante muziekstijlen. Vijf keer per jaar brengen we u nieuws, achtergrond, interviews, reportages, cd- en dvd-recensies, boeken, de meest complete blueskalender, enz... Nog geen abonnee? Klik hier voor meer info.

    
      foto's:
      ©
Franky Bruneel

      _____________________